- Kies 1 van de eerder genoemde technieken om te concentreren.
- Er verschijnt straks 30 seconden lang een tekening op het bord. Deze moet je onthouden.
- Zodra de tekening verdwijnt, teken je het zo goed mogelijk na.
- Dit doen we 2 keer.
Slide 2 - Tekstslide
timer
0:30
Slide 3 - Tekstslide
Teken de tekening na
timer
2:00
Slide 4 - Tekstslide
timer
0:30
Slide 5 - Tekstslide
Teken de tekening na
timer
2:00
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht
- Je krijgt 5 woorden te zien voor 30 seconden.
- Onthoud de 5 woorden.
- Zodra de woorden verdwijnen, schrijf je de woorden op je papiertje.
Slide 7 - Tekstslide
Hagelslag
Stoplicht
Bankstel
Regenboog
Fietsbel
timer
0:30
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf de woorden op je blaadje
timer
1:00
Slide 9 - Tekstslide
Wat vond je makkelijker?
Tekening onthouden of woorden onthouden?
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
- Je krijgt weer 5 woorden te zien voor 30 seconden.
- Onthoud de 5 woorden.
- Zodra de woorden verdwijnen, schrijf je de woorden op je papiertje.
Slide 11 - Tekstslide
Pindakaas
Stopbord
Ligstoel
Regenwolk
Fietsstuur
timer
0:30
Slide 12 - Tekstslide
Schrijf de woorden op.
timer
1:00
Slide 13 - Tekstslide
Wat vond je nu het makkelijkste om te onthouden?
- Tekening
- Woorden
- Woorden met tekening
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
- Je hoort een verhaal. - Tijdens het luisteren mag je kernwoorden opschrijven of kerntekeningen tekenen.
- Na het verhaal krijgt iemand de beurt om het verhaal na te vertellen.
Slide 15 - Tekstslide
Controle
Een eekhoorn keek vanuit de boom,
naar een huisje in het bos. In het huisje woont een jongen. De jongen heeft een fiets met fietsbel. Zijn t-shirt is rood en zijn broek is blauw. Hij fietst naar school en zwaait.
Slide 16 - Tekstslide
Dus wat kan jou nog meer helpen?
Mee schrijven: kernwoorden
Mee tekenen: kerntekeningen
Slide 17 - Tekstslide
Schoolwerkopdracht
Je gaat bij drie lessen de concentratie technieken oefenen: