§11.1 - Man en Vrouw

Hoofdstuk 11
Voortplanting
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 11
Voortplanting

Slide 1 - Tekstslide

§11.1 - Man en Vrouw

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 11.1 Man en vrouw
- Je kent de onderdelen en functies van het voortlantingsorgaan van de man.
- Je kunt in je eigen woorden vertellen wanneer de zaadballen zaadcellen gaan maken
- Je kent de weg die de zaadcellen afleggen
- Je kunt in je eigen woorden vertellen waardoor en wanneer er in de eierstokken eicellen gaan rijpen
- Je kent de verschillende stappen van een eisprong
- Je kent de verschillende fases van de menstruatiecyclus, zie bron 7
- Je kunt uitleggen wat er tijdens de menstruatie gebeurt
- Je kunt uitleggen welke hormonen betrokken zijn bij de mensturatiecyclus 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

          Voortplantingstelsel van de man

Slide 5 - Tekstslide

Puberteit jongen
  • In zaadballen ontstaan zaadcellen
  • Bijballen slaan deze op
  • Bij een zaadlozing vervoert de zaadleider zaadcellen
  • Zaadblaasjes en prostaat voegen vocht toe. (daarna heet het sperma)
  • Voortplantingscellen man = zaadcellen

  • * een jongen is vruchtbaar vanaf zijn eerste zaadlozing (natte droom)

Slide 6 - Tekstslide

Zaadcellen
  • Productie wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse.

  • De zaadballen maken het hormoon testosteron.

Slide 7 - Tekstslide

Geslachtsorgaan man
Ken je alle onderdelen?
  1. urinebuis
  2. eikel
  3. voorhuid
  4. urineblaas
  5. zaadblaasje
  6. prostaat
  7. zaadleider
  8. zaadbal
  9. balzak

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


Voortplantingsstelsel van de vrouw
the great wall of vagina Jamie McGartney

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Puberteit
  • In de eierstokken liggen (onrijpe) eicellen
  • De eileider vervoert eicellen naar de baarmoeder
  • Een eicel rijpt in een follikel in een eierstok. Na ongeveer 2 weken is die rijp, barst deze uit de follikel en komt in de eileider.                  = ovulatie       
      
  • * een meisje is vruchtbaar als haar eicellen gaan rijpen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Elke maand wordt de baarmoeder klaargemaakt voor een eventuele bevruchting van een eicel door een zaadcel.

Slide 15 - Tekstslide

Gemiddeld 

Slide 16 - Tekstslide

Symptomen
  • Ellendig of verdrietig voelen
  • Buikpijn, rugpijn, hoofdpijn, spierpijn. 
  • Soms is een meisje sneller boos of chagrijnig
  • Sommige vrouwen hebben extra zin in lekkere dingen zoals chocola

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Menstruatie:
het slijmvlies laat los
  • Spieren rondom de baarmoeder trekken samen, vandaar dat je buikpijn en spierpijn kan hebben. 

  • Hormonen spelen een rol bij de menstruatie, waardoor je veranderingen in je humeur kan waarnemen.

Slide 19 - Tekstslide

Menstruatiecyclus

Slide 20 - Tekstslide

Duur van menstruatie
  • De duur is afwisselend. De ene vrouw is 2 tot 3 dagen ongesteld, de andere vrouw wel 7 dagen of langer.
  • Gemiddeld is een meisje of vrouw 3 tot 4 dagen ongesteld.
  • Een meisje is ongesteld vanaf de puberteit (ongeveer 13 jaar) tot de overgang (ongeveer 50 jaar).

Slide 21 - Tekstslide

Menstruatiecyclus
Een cyclus duurt ongeveer 28 dagen..
Menstruatie dus ook om de 28 dagen

Gebeurtenissen tijdens menstruatiecyclus:
1. eicel rijpt
2. baarmoederslijmvlies groeit
3. eisprong (ovulatie)
4. menstruatie

Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Slide 22 - Tekstslide

In één plaatje





Slide 23 - Tekstslide

Hormonen en menstruatiecyclus
Menstruatiecyclus wordt geregeld door hormonen uit de hypofyse 
en de hormonen progesteron en oestrogeen.

  • Hypofysehormoon => zorgen dat de follikel gaat groeien

  • Oestrogeen => wordt gemaakt door follikel vooral vóór ovulatie (baarmoederslijmvlies wordt daardoor dikker en ovulatie vindt plaats)

  • Progesteron => wordt gemaakt door lege follikel na de ovulatie. Zorgt ervoor dat baarmoederslijmvlies dik en goed doorbloed blijft.

Slide 24 - Tekstslide

Hormonen en menstruatie
  • Op dag 14 piekt de hoeveelheid FSH en LH => eisprong.
  • De eierstok wordt gestimuleerd tot hormoonproductie (oestrogeen). Dit zet aan tot de groei van nieuw baarmoederslijmvlies.
  • Progesteron stijgt => opbouw baarmoederslijmvlies wordt voortgezet.

Slide 25 - Tekstslide

Als de eicel is bevrucht
Dan nestelt die zich in in het baarmoederslijmvlies. 
De vrouw is dan zwanger. 

Slide 26 - Tekstslide

Samenvatting
  • De menstruatiecyclus duurt gemiddeld 4 weken (28 dagen).

  • Wanneer een vrouw ongesteld is, heeft er geen bevruchting plaatsgevonden en wordt een deel van het slijmvlies aan de binnenkant van de baarmoeder afgebroken. Dit slijmvlies komt met het bloed via de vagina naar buiten. 

Slide 27 - Tekstslide

Samenvatting
  • Vrouwelijke geslachtshormonen zorgen ervoor dat na de menstruatie het slijmvlies weer dikker wordt.
  • Ongeveer 14 dagen na het begin van de menstruatie vindt een eisprong plaats.
  • De menstruatie duurt ongeveer 3 tot 5 dagen.
  • Vanaf de puberteit tot en met de overgang kan een vrouw ongesteld worden. 

Slide 28 - Tekstslide

Zijn er nog vragen?

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Hoofdstuk 11: Voortplanting
Les 1: 11.1: vraag 1 t/m 8, 
9 t/m 14
Les 2: 16 t/m 20, 22 t/m24

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video