Draaisymmetrie

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Draaisymmetrie

Vandaag

Even terugblikken op de vorige twee paragrafen

nieuwe theorie over draaisymmetrie en overstaande hoeken

Doel

Na deze presentatie weet je:

wat draaisymmetrie is

wat wordt verstaan onder een draaihoek

Hoe je een draaihoek kunt berekenen

Wat overstaande hoeken zijn

Terugblik

Lijnsymmetrie zag er goed uit

Spiegelen - daarbij even letten op de accenten bij je spiegelbeeld!

Draaisymmetrie

Bij draaisymmetrie kijken we hoe vaak een figuur op zichzelf past voor de cirkel helemaal rond is.

Dit figuur past 3x in zichzelf

Draaihoek

Het figuur past drie keer in zichzelf.

De kleinste draaihoek is dan ook 360 : 3 = 120 graden

Schatting van de hoek

Dan is het wel handig om ongeveer te weten hoe groot een hoek is :)

Overstaande hoeken

Overstaande hoeken zijn hoeken die tegenover elkaar liggen.

Waarom dan in dit hoofdstuk? 

Omdat de hoeken symmetrisch zijn in het snijpunt van de twee benen van de hoek.

Overstaande hoeken

Dit is hoek A

Hoek A bestaat uit:

Hoek A1

Hoek A2

Hoek A3

Hoek A4

Welke?

Welke hoeken zijn overstaand?

En hoe herken je dat?

Draaisymmetrie

Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.

Draaisymmetrie

Draaisymmetrie

Draaisymmetrie

Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

dus
360 : 5 = 72º

De bloem is na 6 stapjes helemaal rond:
De kleinste draaihoek is 360 : 6 = 60 graden.

Het molentje is in 4 stapjes helemaal rond.
De kleinste draaihoek is 360 : 4 = 90 graden.

Heeft deze afbeelding
een draaisymmetrie

1. ja
2. nee

Is hier sprake van lijn
en/of draaisymmetrie?

1. draaisymmetrie
2. lijnsymmetrie
3. allebei niet
4. draai- en lijnsymmetrisch

Welke figuren zijn lijnsymmetrisch?

1. Alleen het vliegtuig.
2. Alleen het verkeersbord.
3. Geen van beide.
4. Allebei.

DRAAISYMMETRIE

Wat is de kleinste draaihoek?

1. 60°
2. 90°
3. 120°
4. 180°

Is hier sprake van
lijn- of draaisymmetrie ?

1. alleen lijnsymmetrie
2. beide
3. alleen draaisymmetrie

Alles duidelijk?

Zo ja, dan gaan we verder.

Zo nee, stel je vraag en we kijken er opnieuw even naar.

Huiswerk

Paragraaf 8.4
Opgaven 40-58
Blz. 100 - 106