Les 8 Hoofdstuk 6

Les 8 Hoofdstuk 6
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 300 min

Onderdelen in deze les

Les 8 Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Planning vandaag
6e uur theorie 

pauze

7e/8e Reina praktijktoets - rest 30 zelfstandig aan de slag 30 seconds maken.

Slide 2 - Tekstslide

Planning morgen + theorietoets
Morgen en 1e maandag na vakantie ook geen les KMUV

1e theorietoets
dinsdag 5 november Hoofdstuk 1 t/m Hoofdstuk 6

Slide 3 - Tekstslide

Omvormen
= Het haar een andere vorm geven
Droog föhnen
Volume föhnen
Stijlen
Krullen
Scrunchen (bij korte kapsels, nonchalant kapsel)
Watergolven (rollers in haar)

Slide 4 - Tekstslide

Doelstellingen
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
- Verschillende manieren van omvormen te benoemen
- Wat het doel van volume föhnen is
- Meer over kammen en borstels
- Hoe jij je materialen moet reinigen
- Meer over verstevigingsproducten 


Slide 5 - Tekstslide

Gezichtsvormen
Ovaal
Lang
Rond
Vierkant
Driehoekig
Hartvormig

Slide 6 - Tekstslide

Kammen en borstels
De knipkam: gebruik bij knippen van het haar.

Slide 7 - Tekstslide

Kammen en borstels
De vorkkam: gebruik bij het opkammen van geföhnd of gewatergolfd haar.

Slide 8 - Tekstslide

Kammen en borstels
De grove kam: gebruik om haren uit te kammen.

Slide 9 - Tekstslide

Kammen en borstels
De puntkam: gebruik bij een watergolfbehandeling, permanentbehandeling of bij een behandeling waarbij je strakke scheidingen moet trekken. 

Slide 10 - Tekstslide

Kammen en borstels
De toupeerborstel: hiermee kun je het haar touperen.
Touperen is haren naar de aanzet drukken zodat er een kussentje van haar ontstaat aan de haaraanzet. 

Slide 11 - Tekstslide

Kammen en borstels
De föhnborstel: gebruik bij volume föhnen.

Slide 12 - Tekstslide

Kammen en borstels
De ventilatieborstel: hiermee kun je je haren uitborstelen. 

Slide 13 - Tekstslide

Verstevigingsproducten
Schuimversteviger: stevigheid, bescherming, glans
Wax: gebruik op droog haar. Het geeft glans, stevigheid en maakt het haar iets vetter.
Gel: gebruik in kort haar voor stevigheid. 
Clay: geeft stevigheid en het haar voelt stugger aan.
Glansspray: je haar gaat glazen en voelt soepel aan. 
Haarlak: geeft een gestyled kapsel extra stevigheid.

Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdrachten 6.01 t/m 6.07 vanaf blz. 71

Ben je klaar? 
Laat het aftekenen bij de docent en controleer de antwoorden.

Slide 15 - Tekstslide

Na de pauze:
Reina: praktijktoets

Rest in groepjes 30 second kaartjes maken.
Groepjes maken 12 kaartjes met de begrippen van H1 t/m H6
Format staat magister

8e uur: 30 second spelen met jullie kaartjes / theorie H6 afmaken

Slide 16 - Tekstslide

Differentiëren 
De leerlingen die geen verdere instructie nodig hebben gaan werken in de praktijk 

De leerlingen die wel verdere instructie nodig hebben gaan mee doen met de quiz en verdere uitleg

Slide 17 - Tekstslide

Een professional in de schoonheidsverzorging houdt zich bezig met..
A
huid, lichaam, handen, voeten en make-up
B
huid, lichaam en make-up
C
huid, lichaam, voeten en make-up
D
lichaam, handen, voeten en make-up

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent branche?
A
Een opleiding op het MBO
B
Alle bedrijven die zich met hetzelfde bezig houden
C
Bedrijven die zich met verschillende dingen bezig houden

Slide 19 - Quizvraag

Wat is verbale communicatie?

Slide 20 - Open vraag

Wat is non verbale communicatie?

Slide 21 - Open vraag

Waar staat de leo-techniek voor?
A
Lachen, empathie, onthouden
B
Luisteren, evalueren, oplossen
C
Lachen, empathie, oplossen
D
Luisteren, empathie, oplossen

Slide 22 - Quizvraag

Wat betekent empathie?
A
Niet kunnen communiceren
B
Egoïstisch zijn
C
Zich kunnen inleven in een ander

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de schubbenlaag?
A
De binnenste laag van het haar
B
De buitenste laag van her haar

Slide 24 - Quizvraag

waarvoor dienen neus- en oorharen?

Slide 25 - Open vraag

Hoe herkent men een vette hoofdhuid?

Slide 26 - Open vraag

Waarom voert men een haar- en hoofdhuiddiagnose uit?
A
Om te bepalen hoe lang de behandeling gaat duren
B
Om te bepalen welke wastechniek men moet uitvoeren
C
Om te bepalen hoe kort het haar geknipt moet worden
D
Voor de kleuring

Slide 27 - Quizvraag

Soorten shampoos en verzorgingsproducten

Slide 28 - Woordweb

Waardoor kunnen haren verkleuren?
A
Stijlen
B
Föhnen
C
Uv-straling
D
Vocht

Slide 29 - Quizvraag

Wanneer past men een wrijfmassage toe?
A
Bij een normale hoofdhuid
B
Bij een vette hoofdhuid
C
Bij een droge hoofdhuid

Slide 30 - Quizvraag

Wanneer past men een kneedmassage toe?

Slide 31 - Open vraag

Wat zijn de voordelen van een massage?
A
Schoon haar en een goede bloedsomloop
B
Geld
C
Ontspanning en schoon haar
D
Ontspanning en een goede bloedsomloop

Slide 32 - Quizvraag

Wat betekent omvormen?
A
De vorm van het haar tijdelijk veranderen
B
De vorm van het haar permanent veranderen

Slide 33 - Quizvraag

Afsluiting les

Slide 34 - Tekstslide