Middel-gerelateerde en verslaving stoornissen

Middelgerelateerde en verslavingstoornissen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Middelgerelateerde en verslavingstoornissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke middelen en verslavingen ken je???

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fasen die tot verslaving (kunnen) leiden
1. Experimenteerfase
    - Gebruik uit nieuwsgierigheid
2. Fase van geïntegreerd gebruik
   - Gebruik als onderdeel van je leven
3. Gebruik wordt belangrijker
    - Gebruik om spanning te verdrijven
4. Verslaving
    - Gebruik beheerst het hele leven.
    

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoekopdracht: Wat zijn oorzaken van verslaving???

Slide 5 - Open vraag

Erfelijkheid
Genetische aanleg voor controleverlies
Genetische aanleg voor het ontwikkelen van verslavingsgedrag
Persoonlijkheid
Gebruik om spanning te verdrijven?
Gebruik om grenzen op te zoeken?
Gebruik als zelfmedicatie?
Sociaal milieu
Beschikbaarheid van middelen in de omgeving
Sociale acceptatie of druk op middelgebruik

Wat zijn gevolgen van verslaving???

Slide 6 - Open vraag

Tolerantie voor middel
Ontwenningsverschijnselen
Emotionele verstoring (depressie, agressie)
Wetsovertreding (diefstal, zwartrijden, rijden onder invloed, dealen, smokkelen …)
Ziektes (hepatitis, HIV, Korsakov)
Financiële problemen
Sociaal isolement

Slide 7 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De grote Drugs kennis Quiz

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel mensen in Nederland met een ernstige psychische aandoening hebben ook last van een verslaving???
A
26%
B
31%
C
36%
D
14%

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er medicijnen die je van een drugsverslaving af kunnen helpen
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

. . . ❯ drugs ❯ Zijn er medicijnen die je van een drugsverslaving af kunnen helpen?
Lees voor
Zijn er medicijnen die je van een drugsverslaving af kunnen helpen?
Nee, er zijn geen medicijnen die je van een verslaving af kunnen helpen.
Voor alcohol- en heroïneverslaving zijn er wel medicijnen die een hulpmiddel kunnen zijn.
Stoppen blijft moeilijk, maar de medicijnen kunnen bijvoorbeeld de drug vervangen, zodat er afgebouwd kan worden. Ook zijn er medicijnen die de trek iets kunnen verminderen of ervoor zorgen dat de drug niet werkt.
Voor drugs als cannabis, speed en cocaïne worden er nauwelijks medicijnen gebruikt bij het afkicken. Dit komt onder meer omdat deze middelen geen of nauwelijks lichamelijke ontwenningsverschijnselen met zich mee brengen.
Stoppen met deze drugs kan desondanks erg moeilijk zijn. Wetenschappers zoeken daarom ook voor deze drugs naar middelen die het stoppen kunnen vergemakkelijken.
Hoeveel % van de Nederlanders tussen de 15 en 34 jaar heeft nog nooit XTC gebruikt
A
25%
B
45%
C
65%
D
85%

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel studenten op het MBO heeft heeft wel eens lachgas gebruikt
A
1 op de 4
B
1 op de 6
C
1 op de 8
D
1 op de 10

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is alcohol een harddrug???
A
Ja
B
Nee
C
Alleen sterke drank

Slide 13 - Quizvraag

Ja. Alcohol is, vooral bij grotere hoeveelheden, een onvervalste hard drug: het is een middel dat een zogenaamde psychotrope werking heeft (net als de meeste andere drugs); dat betekent dat het middel invloed heeft op de psyche (geest) van de gebruiker; het is ook een verslavend middel net als de andere harddrugs (het kan zowel lichamelijk als geestelijke afhankelijkheid veroorzaken).
Er zijn twee belangrijke verschillen: alcohol is, bij regelmatig gebruik van meer dan 1 á 2 glazen per dag schadelijker voor het lichaam dan de meeste drugs en alcohol is legaal: de verkoop is volgens bepaalde regels toegestaan. En dat is zoals je weet niet het geval voor de middelen die in de volksmond drugs worden genoemd en waarvan de productie en de handel verboden is.
Wanneer ontstaan er bij een GHB verslaving ernstige ontwenningsverschijnselen te ontstaand
A
1 uur t/m 8 uur
B
binnen 24 uur
C
24 uur t/m 48 uur
D
na 48 uur

Slide 14 - Quizvraag

Welke afkickverschijnselen kun je krijgen na het stoppen met GHB (verslaving)?
GHB is een middel dat al na enkele weken dagelijks gebruik tot verslaving kan leiden. De afhankelijkheid van het middel kan zo groot zijn dat er elke 2-3 uur een nieuwe dosis nodig is, ook ’s nachts. Het acuut stoppen met GHB-gebruik kan dan levensgevaarlijk zijn. Acuut stoppen met GHB-gebruik kan tot heftige ontwenningsverschijnselen leiden:
De eerste ontwenningsverschijnselen bij een persoon met een lichamelijke GHB-afhankelijkheid ontstaan 1 tot 8 uur na inname van de laatste dosis: trillen, slapeloosheid, zweten, misselijkheid, braken, rusteloosheid, milde angst of onrust.
Binnen 24 uur kunnen ernstige ontwenningsverschijnselen ontstaan: hallucinaties, versnelde hartslag, heftige angst, verhoogde bloeddruk, onrust, plotselinge verwardheid, versterkte spierafbraak en insulten (een ‘toeval’). De verschijnselen kunnen enkele weken aanhouden.
Een ontwenning onderscheidt zich van een acute vergiftiging doordat bewustzijnsdalingen, vertraagde ademhaling, misselijkheid en braken bij een onttrekking niet of nauwelijks voorkomen.
Een GHB-ontwenning kan dodelijk aflopen. In de wetenschappelijke literatuur zijn gevallen beschreven van dodelijk nierfalen als gevolg van omvangrijke acute spierafbraak tot de complicaties van een longontsteking bij onthouding van GHB. Vanwege de ernst van de ontwenningsverschijnselen is het advies om onder medische begeleiding af te kicken.
Algemene begeleiding

- Zelf ,erkennen verslaving is noodzaak.
- Middelinformatie; gevolgen gebruik en stoppen.
- Inzicht krijgen in risicosituaties en terugvalpreventie. Achterliggende         problemen.
- Sociale vaardigheden vergroten.
- Huisvesting, financiën, opleiding, (vrijwilligers-) werk, vrijetijdsbesteding.
- Lichamelijke verzorging.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkele behandelmethodieken
Zelfhulpgroep
 Anonieme Alcoholisten, Anonieme Gokkers, Narcotics Anonymous.

Leertheorie
     voorbeelden alcohol: Refusal, gokken: apparaat nooit winnen

Cognitieve gedragstherapie
    Het aanleren van nieuwe gedachten om de zelfcontrole te vergroten.

Motiverende gespreksvoering
“Bij motiverende gespreksvoering gaat het om de invloed die je kunt uitoefenen op de bereidheid en motivatie van een persoon om iets aan zijn verslaving te doen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een dubbeldiagnose en trippeldiagnose m.b.t. Middelgerelateerde en verslaving stoornis???

Slide 17 - Open vraag

We spreken van een dubbele diagnose als je verslaafd bent aan een genotsmiddel of bepaald gedrag, en daarnaast psychiatrische problemen hebt. Beide problemen versterken elkaar.
We spreken van een verslaving als je leven wordt beheerst door je behoefte aan een bepaald genotsmiddel, of aan bepaald gedrag. Dit gaat ten koste van mensen of dingen die ooit belangrijk voor je waren. Er zijn verschillende soorten verslavingen: afhankelijkheid van alcohol, sigaretten en drugs komt het vaakst voor, maar er zijn ook mensen die verslaafd zijn aan medicijnen, gokken, gamen, social media/internet of seks.
Als je psychiatrische problemen hebt, zijn verdovende middelen extra verleidelijk, omdat het lijkt alsof ze je klachten verminderen. De kans om eraan verslaafd te raken, is dan extra groot. Een verslaving komt duidelijk vaker voor bij mensen met schizofrenie, ontwikkelingsstoornissen (ADHD, ASS), affectieve stoornissen en/of persoonlijkheidsstoornissen. Zij hebben last van twee problemen, daarom noemen we dit een dubbele diagnose.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom sneller verslaafd?
- Biologisch zijn ze vatbaarder door hersenbeschadiging of verslavingsaanleg zoals het foetaal alcoholsyndroom.

- Psychologisch: ze zijn impulsiever en kunnen de gevolgen minder overzien. Weinig oplossingsvaardigheden om niet of later te gebruiken. Het zelfbeeld is vaak lager.

- Sociaal: gevoeliger voor groepsdruk en komen vaak in milieus waar meer wordt gebruikt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit de les van vandaag???

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies