Instructie 7 - 3VWO

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Natuurkunde - Week 7 - terugblik week 5

Ik heb inmiddels "inleveropdracht 5" nagekeken je kunt bekijken wat je goed en fout gedaan hebt. Dit doe je door opnieuw op de "inleveropdracht 5" te klikken.

Er waren een aantal vragen die veel van jullie niet helemaal goed maakten, hierom wil ik deze bespreken. Bekijk daarvoor de volgende dia's. Je ziet hier eerste de vraag, hierna de uitleg.

IJzer-55 heeft een halfwaardetijd van 3 dagen. Na hoeveel dagen is er nog 1/8 van de oorspronkelijke stof over?

1. Na 6 dagen
2. Na 9 dagen
3. Na 12 dagen
4. Na 15 dagen

Uitleg IJzer-55 vraag

Je weet dit:

- Na 1 halfwaardetijden : 50% over (1/2)

- Na 2 halfwaardetijden : 25% over (1/4)

- Na 3 halfwaardetijden : 12,5% over (1/8)

Ofwel, na 3 halfwaardetijden is er 1/8e over.

3 halfwaarde tijden is 9 dagen (1 halfwaardetijd was 3 dagen)

Hierom is het dus antwoord B

Van een radio-actieve isotoop is de halfwaardetijd 12 jaar. De activiteit begint op 47812 Bq. Wat is de activiteit na 48 jaar? Rond af op hele getallen!
Geef je berekening

Uitleg activteit vraag

1 halfwaardetijd is 12 jaar

48 jaar zijn dus 4 halfwaardetijden

Je moet de oorspronkelijke activteit dus 4x halveren

47812 Bq : 2 = 

Zie de figuur hiernaast van een radio-actieve stof.
De gemiddelde activiteit in de 1e 30 jaar is 2,7 10^13 Bq. Leg uit waarom de (gemiddelde) activiteit aan het begin hoger is dan aan het eind.
Leg ook uit hoe je dit aan de vorm van de grafiek kunt zien.

Uitleg grafiek vraag

De activiteit van een stof is maar van 2 dingen afhankelijk: de hoeveelheid radio-actieve kernen, en de halveringstijd van de stof.

Theoretische uitleg:

Als een stof radio-actief is, neemt de hoeveelheid van deze stof automatisch af (want de stof vervalt / verandert in een andere stof). Hierdoor daalt het aantal kernen en dus ook de activiteit.

Grafische uitleg:

De steilheid van een deeltjes-grafiek is een maat voor de activiteit. Je ziet dat de grafiek alleen maar minder steil gaat lopen, en de activiteit van de bron dus afneemt naarmate de tijd verstrijkt.

Bekijk de tabel. Bij een experiment worden twee radioactieve bronnen gebruikt: de ene bevat jood-131, de andere jood-125. Op een gegeven moment is de activiteit van beide bronnen even groot:

Welke welke bron bevat op dat moment de grootste hoeveelheid jood? Leg je antwoord uit

Uitleg Jood-isotopen vraag

Je ziet dat Jood-131 heeft een kortere halveringstijd, dit betekent dat het een "actievere" bron is, de kernen vervallen sneller.  

Om eenzelfde activiteit te hebben moet je meer Jood-125 kernen hebben dan Jood-131.

Dus: Jood-125 bevat de grootste hoeveelheid

Natuurkunde - Week 7 - herhaling

Je ziet dat Jood-131 heeft een kortere halveringstijd, dit betekent dat het een "actievere" bron is, de kernen vervallen sneller.  

Om eenzelfde activiteit te hebben moet je meer Jood-125 kernen hebben dan Jood-131.

Dus: Jood-125 bevat de grootste hoeveelheid

Aan de slag!

• Vond je nog onderdelen lastig? Ga terug naar instructie 1 t/m 5, zoek hier de onderdelen op die je nog eens wilt bekijken
• Bekijk de "toetsinzage" van inleveropdracht 5, bekijk wat er goed en fout ging.
• Ga aan de slag met het werken aan inleveropdracht 7, maak deze opdracht serieus, ik bekijk de resultaten