Diverse

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Mijn familie
Mijn moeder heet ...
Ik heb ... broer(s).
Ik heb ... zus(sen).
Mijn ouders 
     wonen in ...

Slide 2 - Tekstslide

Het weer

Slide 3 - Tekstslide

Ik kan
de voorzetsels 
in, door, op, uit, naar, voor, naast, boven en onder 
herkennen




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Lange of korte klank: Lees voor
  • zeggen
  • plakken
  • leren
  • tellen
  • lopen
  • heten
  • liggen
  • zitten
  • maken

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoorden
moeilijk voor beginners

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Mijn familie

Slide 9 - Tekstslide

Mijn stamboom
Mijn moeder heet ...
Ik heb ... broer(s).
Ik heb ... zus(sen).
Mijn ouders wonen in ...

Slide 10 - Tekstslide

Wat is je telefoonnummer?

Slide 11 - Tekstslide

Maak de oefeningen
Bladzijde 122 - 125

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Tekst met leestekens
Mijn naam is Stella en ik ben zestien jaar oud. Ik woon samen met mijn ouders en broer in Rotterdam. Mijn vader heet Jan en is veertig jaar oud. Mijn moeder heet Estelle en is achtendertig jaar oud. Zij zijn samen al meer dan tien jaar getrouwd.

Schrijf in je schrift:
  • Wanneer schrijf je een punt?
  • Wanneer schrijf je een woord met een hoofdletter?


Slide 14 - Tekstslide

  • Hoe laat is het?
  • Stop!
  • Ik heb slecht geslapen.
  • Wat zegt u?
  • Gefeliciteerd!
  • Morgen is het woensdag.
Punt  .

Aan het einde van een zin.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Kijk naar de woorden 
timer
2:00

Slide 17 - Tekstslide

timer
2:00
Schrijf de woorden op

Slide 18 - Tekstslide

Week 4 09-25 ISK-G

Slide 19 - Tekstslide

Lichaamsdelen
met je ...... kun je zien
met je ...... kun je eten
met je ...... kun je lopen
met je ...... kun je ruiken
met je ...... kun je klappen
met je ...... kun je horen

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 4
Groente of fruit?
1
2
4
5
6
7
7
8
9

Slide 21 - Tekstslide

Opdracht 5: Het huis
Ik woon                                                     De televisie staat
Hij woont                                                  Achter het huis ligt
Wij zitten                                                  Om de eettafel staan
De keuken is                                           Het schilderij hangt
Mijn slaapkamer heef                      De lampen hangen

Slide 22 - Tekstslide

Nederlands eten

Slide 23 - Tekstslide

eten

Slide 24 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 25 - Tekstslide

Gezin en familie

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link