Leesvaardigheid/Examentraining 2F/3F

Nederlands
Examentraining 2F/3F
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
Examentraining 2F/3F

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaan we het over hebben?
Tekst:
  • rol van woordenkennis
  • Snel de hoofdzaken uit een tekst halen
  • Snel de strekking uit een tekst halen
  • Tekstverbanden

Slide 2 - Tekstslide

welke zaken zijn belangrijk om een tekst goed te kunnen begrijpen?

Slide 3 - Open vraag

Belangrijk voor het begrijpen van een tekst:
  • woorden kennen
  • Overzicht: hoe lang is de tekst, indeling, tussenkopjes
  • doel van de schrijver met de tekst
  • Taalkennis
  • Tekstverbanden
  • bron

Slide 4 - Tekstslide

Hoeveel procent van de woorden in een tekst moet je kennen om de tekst te kunnen begrijpen?
A
87 - 90%
B
90 -94%
C
93 - 96%
D
95 - 98%

Slide 5 - Quizvraag

Woordenkennis
Het begrip ‘tekstdekking’ speelt een belangrijke rol in het wel of niet begrijpen van een tekst. Bij een tekstdekking van 80% wordt de tekst slecht begrepen, zelfs de strekking van de tekst blijft onduidelijk voor de leerling. Bij 85% tekstdekking is er sprake van ‘globaal begrip’, bij 90% is er sprake van ‘redelijk begrip’ en pas bij 95% tekstdekking kan een leerling de tekst goed begrijpen én wordt er nog enige cognitieve inspanning verwacht. Dit houdt in dat wanneer er meer dan 5 nieuwe woorden per 100 woorden in een tekst voorkomen, de tekst in principe ongeschikt is voor het bevorderen van de leesvaardigheid. Dat betekent dat uitgaande van een minimum van 95% tekstdekking, een woordenschat van minimaal 5000 woorden is vereist voor het probleemloos lezen van authentieke alledaagse teksten (Appel en Vermeer 2004; Bossers 1996).

136 woorden; 5 lastige begrippen: begrijpelijke tekst

Slide 6 - Tekstslide

woordenkennis
Een functionele evaluatie van de motorische eindplaat (NMJ) kan inzicht verschaffen betreffende essentiële informatie over de communicatie tussen spieren en zenuwen. Hier beschrijven we een uitvoerig  protocol voor het evalueren van zowel de spier als de NMJ functionaliteit met behulp van twee verschillende spier-zenuwpreparaten, d.w.z. soleus-ischialgie en membraan-phrenic.

46 woorden; ongeveer 8 lastige woorden of woordcombinaties: bij een woordenkennis van ca 80% begrijp je weinig van een tekst

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Kijk eens naar de tekst 
'Lubach legt de vinger op de zere leesplek
'
  • Lees de titel
  • de eerste alinea
  • de laatste alinea



Slide 9 - Tekstslide

Kun je nu in het kort vertellen waar de tekst over gaat?

Slide 10 - Open vraag

De alinea
  • Een alinea is een stuk tekst dat over één (deel)onderwerp gaat.
  • Een alinea is in de lay-out van een tekst meestal duidelijk vormgegeven

Slide 11 - Tekstslide

alinea 2
2. De essentie van het item van Lubach is als volgt: het niveau van leesvaardigheid en het leesplezier van de Nederlandse leerlingen holt achteruit ondanks dat in de lessen Nederlands de meeste aandacht uitgaat naar begrijpend lezen. Natuurlijk had Lubach ook andere oorzaken voor het afnemende leesniveau kunnen noemen, zoals de afleiding door de mobiele telefoon en het gebrek aan algemene kennis........... 

Slide 12 - Tekstslide

Alinea 2:
Deelonderwerp: De essentie van het item van Lubach  

De rest van de alinea is uitleg: 
Wat is die essentie?
Het niveau van leesvaardigheid en het leesplezier van de Nederlandse leerlingen holt achteruit ondanks alle aandacht voor begrijpend lezen. Dat is namelijk niet inspirerend.

Slide 13 - Tekstslide

We maken duo's

Slide 14 - Tekstslide

Ga op zoek naar de rest van de deelonderwerpen per alinea.
Post hier per duo de alineanummers en de deelonderwerpen.

Slide 15 - Open vraag

Voor volgende week:
Maak de contextzinnen bij 'woordenschat' af
of
Begin bij 'lezen' aan een tekst die je leuk lijkt en maak de vragen

Slide 16 - Tekstslide