6.2 stroomkringen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Geleider
Stof waardoor elektrische stroom gemakkelijk doorheen kan gaan
Veel metalen zijng oede geleiders!

Slide 2 - Tekstslide

Isolator
Stof waar elektriche stroom niet of heel lastig doorheen gaat.
Bijvoorbeeld glas, plastic, hout, lucht.

Slide 3 - Tekstslide

Koper (metaal) geleid goed
Om de draad zit plastic: isolator

Slide 4 - Tekstslide

Geleider
1
2

Slide 5 - Tekstslide

Isolator
1
2

Slide 6 - Tekstslide

geleider of isolator:
steen
A
geleider
B
isolator

Slide 7 - Quizvraag

geleider of isolator:
plastic
A
geleider
B
isolator

Slide 8 - Quizvraag

geleider of isolator:
metaal
A
geleider
B
isolator

Slide 9 - Quizvraag

Kunststof is een ???
A
Geleider
B
Half geleider
C
Isolator
D
Slechte Isolator

Slide 10 - Quizvraag

geleider of isolator:
Water met zout
A
geleider
B
isolator

Slide 11 - Quizvraag

Voorbeeld van een geleider is
A
hout
B
ijzer
C
plastic

Slide 12 - Quizvraag

Welke stof is een geleider?
A
Hout
B
papier
C
Glas
D
koolstof

Slide 13 - Quizvraag

Welke stof is een geleider?
A
aluminium
B
glas
C
pvc
D
rubber

Slide 14 - Quizvraag

Een geleider geeft de stroom goed door
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Schrikdraad is een goede geleider
A
Goed
B
Fout

Slide 16 - Quizvraag

De stof 'ijzer' is een...
A
Geleider
B
Isolator

Slide 17 - Quizvraag

Grafiet
(potlood vulling)
is een geleider
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Welke stof is een geleider?​

A
koper ​
B
rubber ​
C
bot
D
haren

Slide 19 - Quizvraag

is je lichaam een goede geleider?
A
ja
B
nee

Slide 20 - Quizvraag

Welke stof is geen geleider?
A
ijzer
B
koolstof
C
kunststof
D
zink

Slide 21 - Quizvraag

Symbolen om te leren!

Slide 22 - Tekstslide

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
lamp

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 24 - Quizvraag

Hoe noemt het volgende symbool:
A
schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noemt het volgende symbool:
A
Schakelaar
B
Voltmeter
C
Amperemeter
D
Lamp

Slide 26 - Quizvraag