SO Muziek

• Kunst Algemeen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4-6

SO muziek

Schrijf de antwoorden op het blaadje. Luister en kijk goed. Je krijgt fragmenten 2x te horen

(proef so)

1. Welke vraag hoort bij aspecten van de voorstelling

1. Wat?
2. Hoe?

2. Wat kun je zeggen over de vormgeving van dit sinterklaas liedje

1. Het is in majeur geschreven
2. Het is disharmonisch
3. Het is absolute muziek
4. Het is in mineur geschreven

0

3. Wat is dynamiek in de muziek

4. In wat voor maatvoering (tot hoever kun je tellen) in dit nummer

1. 3- kwarts, een wals
2. 4-kwarts, een dans nummer
3. 2-kwarts een mars tempo
4. geen idee ik kan niet tellen

5. Ik ben dirigent aan een symfonie orkest. Als ik binnen kom geef ik de concertmeester de links van mij in het orkest zit een hand. Welk instrument bespeeld hij/zij?

1. Trompet
2. Cello
3. Viool
4. Tuba

6. Wat is het verschil in bezetting tussen fragment 1 en 2. Noem beide bezetting in je antwoord.

7. Wat is dit voor instrument?

8. In het volgende fragment zit een voorwerp als instrument. Luister goed. Wat hoor je?

9.Wat voor soort muziek is het vorige fragment?

1. Absolutie muziek
2. Programma muziek
3. Lichte muziek
4. Pop muziek

10. Als iemand een heel groot toonbereik heeft. Wat betekend dit dan?

Bonus: welke vraag had je verwacht maar kwam niet. Geef het vraag en het juiste antwoord