Märchen

Märchen
Lernziele dieser Deutschstunde:
❑ Je weet wat sprookjes zijn
❑ Je kent het verschil tussen Volksmärchen en Kunstmärchen
❑ Je kunt een het sprookje Hänsel und Gretel begrijpen en analyseren.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Märchen
Lernziele dieser Deutschstunde:
❑ Je weet wat sprookjes zijn
❑ Je kent het verschil tussen Volksmärchen en Kunstmärchen
❑ Je kunt een het sprookje Hänsel und Gretel begrijpen en analyseren.

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al over sprookjes? Denk aan bekende sprookjes, kenmerken van sprookjes en welke auteurs je kent.

Slide 2 - Woordweb

Volksmärchen (volkssprookje)
Mondeling overgeleverde sprookjes. Ze zijn eeuwenlang verteld voordat ze werden opgeschreven.
Kenmerken:
- Eenvoudige structuur (bijvoorbeeld 'drie opdrachten' of 'drie pogingen').
- Duidelijke tegenstelling tussen goed en kwaad.
-Vaak magische elementen (pratende dieren, betoverde objecten).
- Eindigt bijna altijd met een moraal of een gelukkig einde.

Slide 3 - Tekstslide

Kunstmärchen (kunstenaars- of cultuursprookje)
Geschreven door een specifieke auteur, vaak als een literair werk.
Kenmerken:

- Complexere structuur en meer uitgewerkte personages.
- Poëtische, persoonlijke schrijfstijl.
- Niet altijd een duidelijke moraal; kan  open eindigen.
- Vaak een mengeling van fantasie en realiteit


Het verschil tussen Volksmärchen en Kunstmärchen zit hem dus in oorsprong, stijl en structuur!

Slide 4 - Tekstslide

Hänsel und Gretel
Een typisch Duits Volksmärchen:
Aufgabe: welke elementen die typisch zijn voor een Volksmärchen zie je in het sprookje Hänsel und Gretel? Schrijf conrete voorbeelden op!

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Volksmärchen (volkssprookje)


Mondeling overgeleverde sprookjes. Ze zijn eeuwenlang verteld voordat ze werden opgeschreven.
Kenmerken:
- Eenvoudige structuur (bijvoorbeeld 'drie opdrachten' of 'drie pogingen').
- Duidelijke tegenstelling tussen goed en kwaad.
-Vaak magische elementen (pratende dieren, betoverde objecten).
- Eindigt bijna altijd met een moraal of een gelukkig einde.

Hoe heb je onderstaande kenmerken in dit sprookje teruggezien? Wissel uit met je buurman/vrouw!

Slide 7 - Tekstslide

1. De Gebroeders Grimm: Hänsel und Gretel werd verzameld door de Duitse Gebroeders Grimm, die bekendstaan om het vastleggen van Volksmärchen.
2. Het verhaal speelt zich af in een bosrijke omgeving, wat kenmerkend is voor het Duitse landschap. In de tijd van de Gebroeders Grimm (19e eeuw) waren grote delen van Duitsland bedekt met uitgestrekte bossen, die vaak een mysterieus en gevaarlijk decor vormen in volksverhalen.
3. De armoede en honger in het sprookje weerspiegelen de moeilijke omstandigheden in Duitsland tijdens de middeleeuwen en zelfs later.
4. Het verhaal bevat elementen zoals doorzettingsvermogen en slimheid, die typisch zijn voor Duitse Volksmärchen. Hänsel en Gretel overwinnen hun angsten en vinden een manier om de heks te verslaan door samen te werken

Waarom is Hänsel und Gretel nou typisch Duits?

Slide 8 - Tekstslide

Die Arbeit ruft!

- Aufgaben der Woche: die Aufgaben 1 und 2
- Reader Märchen
- 10 Minuten in völliger Stille arbeiten
- anschließend 10 Minuten zusammen arbeiten

Slide 9 - Tekstslide

Märchen
Lernziele dieser Deutschstunde:
❑ Je weet wat sprookjes zijn
❑ Je kent het verschil tussen Volksmärchen en Kunstmärchen
❑ Je kunt een sprookje begrijpen en analyseren.

Slide 10 - Tekstslide