V5 T4 B2: DNA-replicatie

DNA replicatie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

DNA replicatie

Slide 1 - Tekstslide


De kegelsilene is een anjer die voorkomt in Europa en Azië. De kegelsilene heeft mitochondriën met daarin ringvormig DNA van 11 300 000 basenparen lang.
Welke kegelsileneplant(en) kunnen mtDNA doorgeven aan wie?

Twee antwoorden zijn juist.
Silene
A
de moederplant aan de dochter
B
de moederplant aan de zoon
C
de vaderplant aan de dochter
D
de vaderplant aan de zoon

Slide 2 - Quizvraag

Aan welke kant van het DNA molecuul bevindt zich het 5' uiteinde?
A
Bij B en D
B
Bij A en D
C
Bij A en C
D
Bij C en D

Slide 3 - Quizvraag

Voor dubbelstrengs DNA geldt de volgende verhouding:
1. A/G
2. C/T
3. C/G
4. (A+C)/(G+T)
5. (A+G)/(C+T)
6. (A+T)/(G+C). Welke verhoudingen zijn gelijk aan 1 ?
A
1 en 2
B
4 en 6
C
3, 4 en 5
D
1, 4 en 5

Slide 4 - Quizvraag

Het erfelijk materiaal in virussen is heel verschillend. Dit virus komt voor in varianten met enkel- en met dubbelstrengs DNA. Het erfelijk materiaal van een bepaald virus heeft de volgende samenstelling van stikstofbasen:
cytosine = 19%, adenine = 25%, thymine = 33% en guanine = 23%.
Kan men op grond van deze gegevens bepalen wat voor erfelijk materiaal het is? Zo ja, welke vorm is het?
A
Ja, het is dubbelstrengs DNA
B
Ja, het is enkelstrengs DNA
C
Ja, het is zowel enkelstrengs als dubbelstrengs DNA
D
Nee, is niet te bepalen

Slide 5 - Quizvraag

In welk deel van de celcyclus vind DNA replicatie plaats?
A
G1 fase
B
G2 fase
C
S fase
D
M fase

Slide 6 - Quizvraag

DNA-replicatie

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe DNA replicatie plaatsvindt
  • Je kunt uitleggen op welke manier de basenvolgorde kan worden bepaald.
  • Je kunt uitleggen hoe met een bekende basenvolgorde DNA-analyse uit te voeren en verwantschap aan te tonen.
  • Je kunt uitleggen hoe de techniek PCR ontwikkeld is op basis van replicatie

Slide 8 - Tekstslide

DNA- replicatie (=verdubbeling)
Een replica maken, een exacte kopie.
Nodig voor de celdeling -> 2 exact dezelfde kernen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Bouwstenen van replicatie
dGTP
dTTP
dCTP

Slide 12 - Tekstslide

71D

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

  1. De replicatie start bij een replicatie startpunt
  2. Helicase verbreekt de waterstofbruggen --> DNA strengen uit elkaar. Er ontstaat een replicatiebel. 
  3. single strand binding proteins (SSBP's) voorkomen dat het DNA weer dubbelstrengs wordt.
  4. Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
  5. DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde. Langs de leidende streng kan de replicatie onafgebroken doorgaan. Langs de volgende streng worden telkens korte stukken DNA gemaakt, de Okazaki-fragmenten.
  6. RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
  7. Ligase verbindt alle Okazaki-fragmenten aan elkaar.
DNA replicatie

Slide 15 - Tekstslide

1. De replicatie start bij een replicatie startpunt
2. Helicase verbreekt de waterstofbruggen --> DNA strengen uit elkaar. Er ontstaat een replicatiebel. 

Slide 16 - Tekstslide

3. single strand binding proteins (SSBP's) voorkomen dat het DNA weer dubbelstrengs wordt.
4. Primase maakt korte RNA primers die functioneren als startpunt van DNA polymerase
5. DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde. Leesrichting 3' --> 5'. Maakt richting van 5' --> 3'.

Slide 17 - Tekstslide

5. DNA polymerase bindt een primer en verlengd deze aan de 3' uiteinde. 
- Langs de leidende streng kan de replicatie onafgebroken doorgaan. 
- Langs de volgende streng worden telkens korte stukken DNA gemaakt, de Okazaki-fragmenten.

Slide 18 - Tekstslide

6. RNA primers worden vervangen door DNA nucleotiden
7. Ligase verbindt alle DNA fragmenten aan elkaar.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Telomeren
  • Korter na elke celdeling, 
  • Niet-coderend repetitief DNA (TTAGGG) --> dus er worden geen genen beschadigd
  • Te kort -> cel kan niet meer delen en ondergaat apoptose (celdood)

Waarom worden ze korter?
  • RNA primer verwijderd, geen 3' uiteinde, DNA-polymerase kan uiteinde volgende streng niet repliceren

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

PCR (kunstmatige DNA replicatie)
  • DNA verhit, DNA strengen gaan uit elkaar (denaturatie)
  • Primers hechten zich aan DNA strengen
  • DNA-polymerase gaat vanaf primer op 3'-uiteinde keten verlengen
  • Twee dubbele strengen ontstaan

Slide 26 - Tekstslide

Met PCR en Gelelectroferese een DNA fingerprint

Slide 27 - Tekstslide

Sequencen

Slide 28 - Tekstslide

DNA sequentie bepalen

  • verwantschap, (erfelijke) ziekten, identificeren organismen (COVID-19) 
  • nucleotidenvolgorde bepalen
  • PCR gevolgd door gelelektroforese
  • fluorescent stop-nucleotiden ddA, ddT, ddG, ddC-> 3' zonder OH-groep
  • bepaalde verhouding van stop-nucleotiden en gewone nucleotiden
  • Na replicatie met PCR verschillende DNA fragmenten 
  • Door scheiding op gel en fluorescentie ziet men de volgorde van nucleotiden

Slide 29 - Tekstslide

Restrictie-enzymen
  • herkennen specifieke nucleotidensequentie (4-8 nucleotiden)
  • knippen DNA op die plaats door

Slide 30 - Tekstslide

0

Slide 31 - Video

vragen
VRAGEN? 

Slide 32 - Tekstslide

Hoe heet het enzym dat nodig is om nieuwe nucleotiden in te bouwen in een DNA molecuul?
A
DNA-synthase
B
DNA-polymerase
C
DNA-helicase
D
DNA-fantastase

Slide 33 - Quizvraag

DNA helicase is het enzym dat...
A
zal zorgen voor de ontwinding van DNA
B
breekt de DNA keten open
C
houdt de DNA keten open
D
het DNA verdubbelt

Slide 34 - Quizvraag

Zie plaatje: Hoe noemen we de met 'b' aangegeven lijn van het DNA?
A
Okazaki fragment
B
Volgende streng
C
DNA polymerase III
D
Leidende streng

Slide 35 - Quizvraag

Wat doet DNA-ligase?
A
De DNA ketens uit elkaar halen
B
De Okazaki fragmenten aan elkaar koppelen
C
Nieuwe nucleotiden inbouwen
D
Startpunt van replicatie

Slide 36 - Quizvraag

Doelstelling 10, vraag 1
-Bep zegt dat DNA-replicatie plaatsvindt tijdens de interfase.
-Pieter zegt dat na DNA-replicatie een chromosoom uit twee chromatiden bestaat.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Geen van beiden
B
Alleen Bep
C
Alleen Pieter
D
Beiden

Slide 37 - Quizvraag

Prokaryoten hebben geen telomeren. Leg uit waarom dat zo is.

Slide 38 - Open vraag

vraag 8

Slide 39 - Tekstslide

Huiswerk 
- lees 4.2 DNA replicatie 
- bekijk binas 71M

- Maken: opdracht 6, 7, 9 Basisstof 2 
timer
5:00

Slide 40 - Tekstslide