les 1.2 h3

H3B 

Nederlands 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H3B 

Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

- Bespreking huiswerk 
- Uitleg soorten humor 
- Opdrachten 

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les: 
- Is je duidelijk wat de superioriteitstheorie, incongruentietheorie en de ontladingstheorie inhoudt; 
- Weet je wat het verschil is tussen ironie, sarcasme en cynisme. 

Slide 3 - Tekstslide

Bespreking opdrachten 1, 2, 4, 5 en 6 

Slide 4 - Tekstslide

Ironie: 
Je zegt het tegenovergestelde van wat je eigenlijk bedoelt, op een aardige manier. Bijvoorbeeld: 
'Lekker weertje, hè', als het heel hard regent. 
'Je bent weer lekker op tijd',  als een leerling te laat de les binnenkomt. 
'Ik heb weer veel zin de les van ... vandaag!' Als je het eigenlijk niet meent.  

Slide 5 - Tekstslide

Sarcasme: 
Is bijtende spot. Lijkt op ironie, maar is niet vriendelijk bedoeld. Kan ook de toon zijn waarop iemand iets zegt. 
'Nou, we hebben er weer zin in vandaag!'
'Je bent echt een hoogvlieger.'
'Je hebt wel een talent voor domme uitspraken!'

Slide 6 - Tekstslide

Cynisme 
Spot die neerbuigend is ten aanzien van de mensheid. 

Bijvoorbeeld: 
Het roken hoeft niet ontmoedigd te worden, want mensen die eerder sterven door longkanker zijn goedkoper voor de samenleving. 



Slide 7 - Tekstslide

Cynisme 

Sarcasme 

Ironie 

Slide 8 - Tekstslide

Vanaf 5:27

Slide 9 - Tekstslide

Fragment Micha Wertheim 

A. Wie of wat worden in dit fragment bespot? 
B. Welke van de theorieën over humor vind je van toepassing? 
C. Is dit fragment ironisch, sarcastisch of cynisch? leg uit. 

Slide 10 - Tekstslide

Maak vragen 8 en 9 p. 9. 

Huiswerk voor de volgende les. 

Klaar? Lees in je boek. 

Slide 11 - Tekstslide