3H - 403

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Pak je spullen

Lees in je boek

Deze les:

Opstarten

- Lezen

- Korte herhaling vorige keer

Verder met H4:

- De drie soorten beweging

- Diagrammen van bewegingen herkennen en aflezen

Zelf aan de slag. 

- Opdracht 9 maken en nakijken

- Opdracht 10 maken

5 min

5 min 

5 min 

10 min

10 min

5 min

Lezen

Snelheid

v=​t​​s​​

s is de afstand in meter (m)

t is de tijd in seconde (s)

v is de snelheid in meter per seconde (m/s)

​v⋅t​​s​​

s is de afstand in kilometer (km)

t is de tijd in uur (h)

v is de snelheid in kilometer per uur (km/h)

of

Wie was er sneller, de auto of de straaljager?

Versnelde beweging

Per seconde wordt een steeds

grotere afstand afgelegd

constante snelheid

Per seconde wordt steeds 

dezelfde afstand afgelegd

Vertraagde beweging

Per seconde wordt een steeds 

kleinere afstand afgelegd

3 soorten bewegingen

• De versnelde beweging:
  - Bij deze beweging wordt de snelheid steeds groter.
  - Elke seconde wordt er meer afstand afgelegd.

• De constante snelheid: 
  - Bij deze beweging blijft de snelheid constant (gelijk)
  - Elke seconde wordt er dezelfde afstand afgelegd.

• De vertraagde beweging
  - Bij deze beweging wordt de snelheid steeds kleiner.
  - Elke seconde wordt er minder afstand afgelegd

v (m/s)

v (m/s)

v (m/s)

s (m)

s (m)

s (m)

versnelling

vertraging

constante snelheid

v (m/s)

v (m/s)

v (m/s)

Wat is de afgelegde afstand van deze drie bewegingen?

v​gem​​=​t​​s​​

​v​gem​​⋅t​​s​​

v (m/s)

v (m/s)

v (m/s)

s (m)

s (m)

s (m)

versnelling

vertraging

snelheid

 Aan de slag

Maak 

opdracht 9

klaar?

Maak 

opdracht 10

Bespreken over:

Werk aan:

• Je werkt samen met degene naast wie je zit.
  
  
• Als de timer voorbij is bespreken we opdracht 9. 

Maak opdracht 10

klaar?

Maak opdracht 9

9

Beschrijf van deze diagrammen om wat voor beweging het gaat.

• a) constante snelheid
• b) stilstaan
• c) versnelling
• d) constante snelheid
• e) versnelling
• f) vooruit met constante snelheid, daarna opeens achteruit met constante snelheid.

10

Werk aan:

• Je werkt samen met degene naast wie je zit.
  
  
• Als de timer voorbij is kan je je spullen opruimen. 

Lees 4.2

Maak 17, 18, 19

klaar?

Maak opdracht 10

Aan de slag

 Lees blz 112

 Maak 10, 12 en 14

klaar?

Lees 4.2

Maak 17, 18, 19