Kerstquiz taalcursus
Wat is dit?
A
Een kerstster
B
Een kerststal
C
Een kerstboom
D
Een kerstengel
1 / 20
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Wat is dit?
A
Een kerstster
B
Een kerststal
C
Een kerstboom
D
Een kerstengel
Slide 1 - Quizvraag
Kerst vier je in de
A
winter
B
zomer
C
herfst
D
lente
Slide 2 - Quizvraag
Kerst vier je in de maand.....
A
september
B
oktober
C
november
D
december
Slide 3 - Quizvraag
Welke Nederlandse feestdag vier je nog meer in december?
A
Pasen
B
Sinterklaas
C
Pinksteren
D
Koningsdag
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn dit?
A
Wenkbrauwen
B
Haren
C
Wimpers
D
Vingers
Slide 5 - Quizvraag
Welk telefoonnummer bel je bij spoed?
A
112
B
0900 88 88
C
113
D
0900 0575
Slide 6 - Quizvraag
Met kerst vieren we
A
Dat Jezus is gestorven
B
Dat Jezus is opgestaan
C
Dat Jezus is geboren
D
Dat Jezus naar de hemel ging
Slide 7 - Quizvraag
Wat is dit?
A
Een schouder
B
Een elleboog
C
Een knie
D
Een enkel
Slide 8 - Quizvraag
Wat hoort er bij de zomer?
A
Vallende bladeren
B
Sneeuw
C
Schaatsen
D
De zon
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een kerststal?
A
Dit hang je in de kerstboom
B
Dit eet je met kerst
C
Dit is een lied dat wordt gezongen met kerst
D
Hierin werd Jezus geboren tussen de dieren
Slide 10 - Quizvraag
Wat hoort er bij de lente?
A
Planten en bloemen gaan bloeien
B
Kale bomen
C
Sneeuw
D
Hitte
Slide 11 - Quizvraag
Wanneer is Jezus geboren? (datum)
Slide 12 - Open vraag
Noem 2 lichaamsdelen
Slide 13 - Open vraag
Hoe lang duurt de kerstvakantie?
A
2 weken
B
1 week
C
6 weken
D
2 dagen
Slide 14 - Quizvraag
Wat is dit?
A
arm
B
enkel
C
hand
D
pols
Slide 15 - Quizvraag
Wat hoort er bij niet bij Oud & Nieuw?
A
Vuurwerk
B
Oliebollen
C
Appelflappen
D
Pepernoten
Slide 16 - Quizvraag
Wat is dit?
A
Knie
B
Kin
C
Voorhoofd
D
Neus
Slide 17 - Quizvraag
Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Renzo
B
Roel
C
Rody
D
Rudolph
Slide 18 - Quizvraag
Noem 2 dingen die te maken hebben met de herfst
Slide 19 - Open vraag
Noteer hier een wens voor het nieuwe jaar
