3h-Schritt24-woots-Kleidung-Aufgabe6

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele:
1) Wiederholung: Verben benutzen = woots
=> Kein Laptop? Mach die woots-Aufträge auf der Kopie

2) Ich lerne/wiederhole Farben und Kleidung

3) Ich kann ein Gespräch schreiben 

Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig: Woots & LessonUP
1. Ga naar www.woots.nl
2. Direct inloggen via Entree (=Magister)
3. Maak de 2 opdrachten, je hebt 12 minuten
Klaar? Inleveren (pijl aan linke kant)
=> Ga zelfstandig door met de LessonUp
 

Kein Laptop? Mach Aufgabe 8 & 10 auf Seite 151/152 + Aufgabe 5 (Seite 61)
+ Aufgabe 6 (Seite 62) = Dialog schreiben
Klas: 3THo-Deutsch-2024-2025
Klascode: wubjs

Slide 3 - Tekstslide

1) Ich kann Verben im Präsens und Perfekt benutzen
1. Ga naar www.woots.nl
2. Direct inloggen via Entree (=Magister)
3. Maak de 2 opdrachten, je hebt 12 minuten
Klaar? Inleveren (pijl aan linke kant)
=> Ga zelfstandig door met de LessonUp
\
 
Kein Laptop? Mach Aufgabe 8 & 10 auf Seite 151/152 + Aufgabe 5 (Seite 61)
+ Aufgabe 6 (Seite 62) = Dialog schreiben
Klas: 3Hb-Deutsch-2024-2025
Klascode: ioerg

Slide 4 - Tekstslide

Farben und Kleidung

Slide 5 - Tekstslide

Welche Kleidungsstücke und Kleidungszubehör kennst du schon?

Slide 6 - Tekstslide

Welche Kleidung kennst du schon?
(Zum Beispiel: die Hose)

Slide 7 - Open vraag

Kleidung

Slide 8 - Tekstslide

grün
rot
blau
orange
gelb
grau
weiß
schwarz
lila
rosa

Slide 9 - Sleepvraag

Was ist deine Lieblingsfarbe?

Slide 10 - Open vraag

die Hose
das T-Shirt
der Pullover
die Jacke
das Kleid
weiß
die Mütze
der Schuh
die Kleidung
gelb
hellblau
de broek
het T-shirt
de trui
het jack, vest
de jurk
wit
de muts
de schoen
de kleding
geel
lichtblauw

Slide 11 - Sleepvraag

Tekst
Tekst
die Hose
das T-Shirt
der Pullover
die Jacke
der Rock
die Socken
die Turnschuhe
die Kleidung
tragen
de broek
het T-shirt
de trui
het jack, vest
de rok
de sokken
de sportschoenen
de kleding
dragen

Slide 12 - Sleepvraag

die Hose
die Jacke

die Schuhe
die Bluse
das T-Shirt
der Pullover
der Kapuzenpulli
der Rock

Slide 13 - Sleepvraag

das Kleid
die Hose
die Jeans
die Jacke
der Pullover
der Rock

Slide 14 - Sleepvraag

der
die
das
Jacke
Hose
Pullover
T-Shirt
Rock 
Kleid

Slide 15 - Sleepvraag

gelb
rot
blau
weiß
das Kleid
der Rock
die Hose
der Pullover

Slide 16 - Sleepvraag

die Hose
der Pullover
das Kleid
die Schuhe
die Jacke
das Shirt
die Stiefel
der Rock
die Mütze
das Hemd
der Hut

Slide 17 - Sleepvraag

die
der
der
der
die
Ring
Rock
Jacke
Schuh
Hose

Slide 18 - Sleepvraag

der Hut
der Gürtel
gestreift
die Hose
das Kleid
das Karohemd
die Farbe

Slide 19 - Sleepvraag

die Hose
die Schuhe
der Pullover
die Socken

Slide 20 - Sleepvraag

timer
1:00
Hose
Jacke
Pullover
Kleid
Rock
Hemd
Schuh
Bluse
der
die
das
die
die
der
der
das

Slide 21 - Sleepvraag

Stiefel
Kapuze
Frisur
Kette
Mütze
Hose

Slide 22 - Sleepvraag

die Kopfbedeckung
der Schlafsack
die Zahnbürste
die Klamotten
der Rucksack

Slide 23 - Sleepvraag

die Jacke
die Hose
die Turnschuhe
der Mantel
die Schürze
der Schal
die Kappe
das Kleid
das Unterhemd
die Tasche
die Stiefel

Slide 24 - Sleepvraag

Vertaal: de trui

Slide 25 - Open vraag

Vertaal: Diese Hose steht dir wirklich gut!

Slide 26 - Open vraag

Was ist deine Lieblingsfarbe?

Slide 27 - Open vraag

Was trägst du heute?
Begin met: Ich trage...

Slide 28 - Open vraag

"Du siehst heute wirklich gut aus!"
Was antwortest du?

Slide 29 - Open vraag

Hast du das Lernziel errreicht?
- Ich lerne Farben und Kleidung

😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Lernziel: Ich kann ein Gespräch schreiben und spielen
Aufgabe 6, Seite 62 =  Anna heeft een date met Liam. 
Vooraf helpt Renate haar bij het uitzoeken van de juiste kleding.

=> Lees de opdracht en schrijf met z'n tweeën een gesprek. 
Gebruik de Redemittel (S. 59) en let ook op de grammatica (werkwoorden!). Gebruik minimaal 2x de uitdrukking "Wie bitte?"

Speel morgen het gesprek in tweetallen en let hierbij op de uitspraak.

Slide 31 - Tekstslide

Hausaufgabe:
Lernen: Redemittel Schritt 24 => NL-D, D-NL (alléén de vragen)

5x doorlezen: Vokabeln Schritt 25, Seite 64

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide