Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren - Paragraaf 4.2 Zien en horen

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Quizizz

Ga naar: join.quizizz.com

Slide 2 - Tekstslide

Zien en horen

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les
  • Je weet hoe je oog beschermt wordt
  • Je kent de werking van je ogen
  • Je weet hoe je oor werkt
  • Je kent de werking van het evenwichtsorgaan

Slide 4 - Tekstslide

Opbouw oog
  • Buitenaanzicht

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw oog
  • Binnenkant oog

Slide 6 - Tekstslide

verdeling staafjes en kegeltjes

Slide 7 - Tekstslide

Afbeeldingen van een practicum oog.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Accomoderen

Slide 11 - Tekstslide

Bril nodig?
Verziend? 
Dichtbij onscherp, bolle lens +

Bijziend?
Veraf onscherp, holle lens -

Slide 12 - Tekstslide

het netvlies van een oog zit
A
aan de voorkant van het oog
B
in het midden van het oog
C
aan de binnenkant aan de achterkant van het oog
D
loopt van het oog naar de hersenen

Slide 13 - Quizvraag

Via welk onderdeel van je oog komt het licht in je oog?
A
Iris
B
Pupil
C
Oogwit

Slide 14 - Quizvraag

Welk onderdeel van het oog zorgt voor de hoeveelheid lichtinval in het oog?
A
Netvlies
B
Pupil
C
Hoornvlies
D
Lens

Slide 15 - Quizvraag

De gele vlek in je oog is de plaats in het netvlies waar je oogzenuw het oog verlaat
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Het oog kan de lens niet boller krijgen, dus de persoon ziet een object dichtbij niet scherp... Hoe nomen we dit?
A
Een lui oog
B
Een dun oog
C
Een bijziend oog
D
Een verziend oog

Slide 17 - Quizvraag

In je oog gaat het licht achtereenvolgens door:
A
Pupil - hoornvlies - lens - glasachtig lichaam - netvlies
B
Hoornvlies - lens - pupil - glasachtig lichaam - netvlies
C
Hoornvlies - pupil - lens - glasachtig lichaam - netvlies
D
Hoornvlies - pupil - lens - netvlies - glasachtig lichaam

Slide 18 - Quizvraag

Het oor: de weg van het geluid

Slide 19 - Tekstslide

Trommelvlies
De stand van het trommelvlies met luchtdruk.
De buis van Eustachius zorgt ervoor dat de druk kan veranderen door met slikken of gapen even open te gaan.

Gehoorbeschadiging loop je op wanneer je je oren vaak hard (80-120 dB) en langdurig overbelast. De trilhaartjes beschadigen en trillen minder goed mee. Er ontstaan minder impulsen

Slide 20 - Tekstslide

Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de functie van het oor?
A
Trillingen omzetten in geluid
B
Seintjes doorgeven naar het andere oor

Slide 22 - Quizvraag

Welk onderdeel zorgt ervoor dat de druk buiten je oor en binnen in je oor even groot is?
A
Trommelvlies
B
Slakkenhuis
C
Buis van Eustachius
D
Gehoorgang

Slide 23 - Quizvraag

In het oor worden trillingen uit de lucht versterkt. In welk onderdeel van het oor gebeurt dit?
A
Het slakkenhuis
B
De oorschelp
C
De gehoorbeentjes
D
Het trommelvlies

Slide 24 - Quizvraag

Welk deel van het oor beschadigd door langdurige overbelasting?
A
trommelvlies
B
gehoorbeentjes
C
trommelholte
D
trilhaartjes in het slakkenhuis

Slide 25 - Quizvraag

Hoe heten de onderdelen van het evenwichtsorgaan die gevuld zijn met vloeistof?
A
gehoorbeentjes
B
zintuigcellen
C
halve cirkelvormige kanalen
D
evenwichtszenuw

Slide 26 - Quizvraag

Ruiken en proeven

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je leert hoe je reukzintuig in je neus werken;

- Je leert hoe je smaakzintuigen op je tong werken;

- Je leert hoe je met deze zintuigen je eten proeft.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe ruik je? 👃
Je ruikt met je reukzintuig
Het is onderdeel van het neusslijmvlies

Met de lucht die je inademt komen er 
geurstoffen bij het reukzintuig

Slide 29 - Tekstslide

Waardoor proef je eten?
Smaakpapillen zijn kleine uitsteeksels op je tong.

Daartussen liggen de smaakzintuigen.

Smaakstoffen  prikkelen deze.

Slide 30 - Tekstslide

Waardoor proef je eten?

Slide 31 - Tekstslide

Smaakzintuigen
  • Zout
  • Zuur
  • Zoet
  • Bitter
  • Umami

Slide 32 - Tekstslide

Proeven
Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak
Bij proeven voegen je hersenen de informatie van
de smaakzintuigen en van het reukzintuig samen

Slide 33 - Tekstslide

Aan het werk
Hoofdstuk 4. Waarnemen en reageren
Paragraaf 4.2 Zien en horen
Maken opdracht 1 t/m 37 (blz. 15 t/m 31)
+
Paragraaf 4.3 Ruiken, proeven en voelen
Maken opdracht 1 t/m 14 (blz. 32 t/m 38)

BEN JE KLAAR?
Samenvatten/begrippenlijst maken paragraaf 4.2
OF oefenen op www.biologiepagina.nl / Quizlet
timer
10:00

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Slide 36 - Video