§3.1 - Zintuigen en prikkels

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3 - Waarnemen

3.1 - Zintuigen en prikkels

Welkom!

Programma 3.1

1. Huiswerk (weektaak)

2. Mededelingen (SO LLL)

3. Lesdoelen 12.1

4. Theorie 12.1

5. Vragen en evaluatie

Huiswerk

Weektaak = lezen/maken 3.1 

Aanbeveling: Begrippenlijst 3.1 maken.

Lesdoelen 3.1

- Je kan benoemen welke zintuigen je hebt.

- Je kan uitleggen hoe je lichaam op prikkels reageert en
wat de functie van de hersenen hierbij is.
-Je kunt van alle zintuigen benoemen wat de prikkel is en welk orgaan erbij hoort.

Je kunt de weg van de prikkel tot reactie beschrijven.

Je kunt uitleggen hoe zintuigen samenwerken.

Welke zintuigen heb je?

Prikkels: informatie uit je omgeving; verandering waarop een 'organisme' kan reageren

Zintuig: orgaan dat prikkels opvangt en omzet in impulsen

impuls: elektrisch signaaltje

Na een prikkel volgt bijna altijd een reactie.

0

De huid

- Warmtezintuig

- Koudezintuig

- Tastzintuig

- Pijnzintuig

Je staat in de keuken en ziet opeens rook. Met welke zintuigen reageer je op welke prikkel?

Verwerken van prikkels

1. Een zintuig zet een prikkel om in een impuls.
2. Een impuls loopt via de zenuwen naar de hersenen.
3. Je hersenen versturen een impuls, zodat het lichaam reageert.

Van prikkel tot reactie

1. Geurprikkel komt in je neus, zintuig zet prikkel om in impuls.

2. Impuls gaat via gevoelszenuw naar de hersenen.

3. Bewustwording.

4. Impuls via bewegingszenuw naar de arm.

5. Reactie.

Milou staat onder een lekkere warme douche. Ineens wordt het water koud. Ze geeft een gil en springt weg. Wat gebeurt er allemaal?
(Hint: bron 7)

De hersenen

Alle impulsen lopen via de hersenen.

De hersenen maken de keuze of er wel of geen reactie volgt.

Doel: Je kunt de functie van de hersenen beschrijven.
Vraag: beschrijf de functie van de hersenen

Je leert welke zintuigen je hebt, hoe je lichaam op prikkels reageert en wat de functie van de hersenen hierbij is.

Geef een voorbeeld van een prikkel die binnenkomt en hoe een mens daar op reageert: van prikkel tot reactie. (vergeet het zenuwstelsel niet)

Wat is hier de prikkel?

Prikkel

In welke volgorde gaat waarnemen?

1. impuls - hersenen - impuls - actie - prikkel
2. prikkel - actie - impuls - hersenen - impuls
3. impuls - actie - impuls - prikkel - hersenen
4. prikkel - impuls - hersenen - impuls - actie

Stel, je moeder vraagt vanavond wat je hebt geleerd op school. Wat vertel je haar (wat biologie betreft)?

Aan de bak!

Weektaak = Lezen/maken 3.1

Aanbeveling:
begrippenlijst 3.1 maken.