30-3-2010 zinsontleding

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • werkboek + schrift op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • werkboek + schrift op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute:

herhaling voorzetsels
- Huiswerk controleren
- zinsontleding
- zelfstandig werken / Huiswerk maken

Slide 2 - Tekstslide

Voorzetsels 4e naamval
Welke hoort er niet bij?
A
durch
B
gegen
C
aus
D
um

Slide 3 - Quizvraag

Voorzetsels 4de naamval
Welke hoort er niet bij?
A
für
B
von
C
um
D
durch

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent ''door''
A
zu
B
gegen
C
durch
D
bis

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent ''zonder''
A
zu
B
ohne
C
um
D
bis

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent ''tegen''
A
zu
B
für
C
um
D
gegen

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent ''om''
A
am
B
im
C
um
D
an

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

antwoorden controleren
 blz. 69 opdracht 9/ 10
blz. 71 opdracht 1 / 2 / 3

Slide 10 - Tekstslide

Zinsontlededing

Slide 11 - Tekstslide

Naamvallen
  • Kunnen door voorzetsels bepaald worden,
    bijv. für = 4e naamval
  • Kunnen door zinsdeel bepaald worden,
    bijv. onderwerp = 1e naamval

Slide 12 - Tekstslide

Zinsontleding

Slide 13 - Tekstslide

Beispiele
Der Junge liest ein Buch

Das Mädchen sieht den Mann

Die Frau käuft einen Hut

Das Ehepaar hat keine Kinder

Slide 14 - Tekstslide

Zoek de pv

Slide 15 - Tekstslide

Zoek de gezegde en het onderwep
Der Junge liest ein Buch.

Das Mädchen sieht den Mann.

Die Frau käuft einen Hut.

Das Ehepaar hat keine Kinder.

Slide 16 - Tekstslide

maak de zin vragend
Zoek onderwerp -> wie/wat + gezegde?

Zoek lijdend voorwerp -> WAT + gezegde + onderwerp

Slide 17 - Tekstslide

Frau Lussing zeigt der Klasse einen Film.
Werkwoordelijke gezegde is?

Slide 18 - Open vraag

Frau Lussing zeigt der Klasse einen Film.
"einen Film" is

Slide 19 - Open vraag

Frau Lussing zeigt der Klasse einen Film.
"Frau Lussing" is

Slide 20 - Open vraag

Hat Hans das Buch gesehen?
"Hans" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 21 - Quizvraag

Hat Hans das Buch gesehen?
"Buch" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 22 - Quizvraag

Ich finde Physik langweilig.
"Physik" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 23 - Quizvraag

Ich finde Physik langweilig.
"Ich" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 24 - Quizvraag

Gibst du Mark ein Geschenk?
"du" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 25 - Quizvraag

Gibst du Mark ein Geschenk?
"Geschenk" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 26 - Quizvraag

Haben wir heute keinen Unterricht?
"wir" is
A
1e naamval
B
4e naamval

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

De jongen schrijft een brief.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

opdracht 7

Slide 31 - Tekstslide

HW :
- vanaf blz. 79opdracht 1 / 2/ 3 /4 

Klaar?--> woorden en zinnen leren blz. 86 / 87

timer
15:00
timer
5:00

Slide 32 - Tekstslide