Blok 2- Thuiszorg

Mens en activiteit
Blok 2
Thuiszorg
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mens en activiteit
Blok 2
Thuiszorg

Slide 1 - Tekstslide

Theorie blok 2
1: Persoonlijke gesprekken voeren


2: Verzorgen van de baby

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijke gesprekken voeren

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een persoonlijk gesprek?

Slide 4 - Woordweb

Een persoonlijk gesprek.

Een gesprek die over persoonlijke dingen gaat.
Persoonlijk gesprek in je werk.
Tijdens je werk voer je vaak gesprekken met clienten maar ook met collega's. Deze gaan over werk maar ook over persoonlijke dingen. 

Slide 5 - Tekstslide

Je bent als thuishulp bezig met het wassen en aankleden van mevrouw Sanders. Je kunt deze werkzaamheden natuurlijk in stilte uitvoeren. Maar waarschijnlijk wordt de sfeer prettiger als je belangstelling toont voor mevrouw Sanders. Je kunt bijvoorbeeld vragen hoe het met haar kinderen of kleinkinderen gaat. Als je de informatie onthoudt, kun je er een volgende keer op doorgaan. Mevrouw Sanders zal dit waarderen, ze voelt zich op haar gemak. De sfeer is goed en jij hebt meer voldoening van je werk. Soms is het handig de informatie voor jezelf even op te schrijven om deze beter te kunnen onthouden.
VOORBEELD:

Slide 6 - Tekstslide

Behoefte aanvoelen
Niet iedereen die je moet verzorgen heeft behoefte om te praten. Soms merk je dat aan iemands houding. De persoon kijkt je niet aan en geeft slechts korte antwoorden op je vragen. Daar moet je respect voor hebben. Je laat de persoon dan met rust. Je blijft vriendelijk, maar stelt verder geen vragen die niet echt nodig zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Mevrouw Van Zuylen is een echte ‘kletskous’. Ze vindt het gezellig dat je er bent en ze praat honderduit. Als je klaar bent met je werkzaamheden, wil ze graag dat je blijft koffiedrinken. Jij moet echter wel naar een volgend adres en moet nu de juiste manier vinden om het gesprek te beëindigen. Blijf vriendelijk en zeg dat je de rest van het verhaal de volgende keer wel wilt horen, maar dat je nu geen tijd meer hebt. Sluit het gesprek af. Zeg dat er een andere persoon op je wacht, dat je dus niet kunt blijven.

Je trekt je jas aan en je geeft mevrouw Van Zuylen een hand. Neem afscheid met: ‘Nog een prettige dag verder’ en zwaai buiten eventueel nog even.
De situatie kan ook anders zijn....

Slide 8 - Tekstslide

Als je een gesprek met iemand voert moet je op een paar regels letten.
Wat is een regel in een gesprek?
A
Je kijkt de andere kant op.
B
Je loopt ineens weg.
C
Je praat door iemand heen.
D
Luister naar de persoon en laat deze uitpraten.

Slide 9 - Quizvraag

Regels bij een gesprek:
  •  Kijk de ander aan. 

  • Let op de reactie van de ander. 

  • Let ook op de houding van iemand, dus op wat hij uitstraalt. 

  • Luister naar de persoon en laat hem uitpraten. 

  • Houd in de gaten of iemand wel wil praten. 

  • Zorg ervoor dat je belangstelling echt is. Iemand merkt aan je houding of je maar doet alsof. 

  • Als je zelf praat, spreek dan beschaafd Nederlands (tenzij dialect echt de gewoonte is). 
  •  Sluit een gesprek af. Loop niet zomaar weg

Slide 10 - Tekstslide

en de laatste regel...

Informatie uit persoonlijke gesprekken kan vertrouwelijk zijn. Ga er netjes mee om.

Slide 11 - Tekstslide

Verzorgen van de baby

Slide 12 - Tekstslide

De baby uitzet

Het eerste jaar zijn ouders voornamelijk bezig met de verzorging van de baby. Voeden, verschonen en in bad doen kost veel tijd, maar het is leuk om te doen.
 De babyuitzet is aangeschaft en het is plezierig om nu alles te gaan gebruiken.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een baby uitzet?

Slide 14 - Open vraag

Meubels
De meubels voor de babykamer moeten voldoen aan bepaalde veiligheidseisen:

  1. Ze moeten stevig zijn. 
  2. Ze moeten stevig staan en niet kunnen omvallen. 
  3. Er mag geen giftige verf op aangebracht zijn. 
  4. De beste meubels zijn stevig, praktisch en goed schoon te maken.

Slide 15 - Tekstslide

Babykleertjes
Je stelt ook bepaalde eisen aan babykleertjes. 

Deze moeten:
  1. goed wasbaar zijn; 
  2. een veilige sluiting hebben, dat wil zeggen geen losse koordjes of strikjes hebben; 
  3. een beetje meerekken, zodat ze gemakkelijk aan en uit te trekken zijn; 
  4. goed vocht kunnen opnemen en van ventilerend materiaal zijn, bijvoorbeeld van katoen.

Slide 16 - Tekstslide

Luiers
Er zijn verschillende soorten luiers die ouders voor de baby kunnen gebruiken.

De opdracht bij de volgende slide is:
Zoek de juiste omschrijving bij de juiste soort luier.

Slide 17 - Tekstslide

Vierkante katoenen luier
Voorgevormde katoenen luier: De broekluier
Wegwerpluier
Deze luier moet je zelf in de juiste vorm vouwen. De luiers worden gewassen en opnieuw gebruikt. Als ouders het wassen vervelend vinden, kunnen ze gebruikmaken van een luierwascentrale. Deze luiers zijn eigendom van de centrale. Ze komen de vuile luiers halen en leveren de schone weer af. Dit noem je leasen.
Deze luier kun je met klittenband of drukknopen dichtmaken. Er zijn verschillende modellen. Ook deze kun je zelf wassen of leasen via de luierwascentrale.
Deze luier is van celstof gemaakt en kan maar één keer gebruikt worden. Het is een gemakkelijke maar dure manier en niet alle kinderen verdragen de wegwerpluier. Je hebt ongeveer 2400 luiers per kind per jaar nodig

Slide 18 - Sleepvraag

Katoenen luier
Voorgevormde katoenen luier
Wegwerpluier

Slide 19 - Tekstslide

In bad gaan
De baby moet regelmatig in bad. Behalve dat de baby schoon wordt, stimuleert het warme water ook de bloedsomloop. Veel baby’s vinden het baden plezierig; ze worden er rustig van.

Slide 20 - Tekstslide

Waar let je op als de baby in bad gaat:
  1. Het badwater moet 37 graden celsius zijn. Je kunt de temperatuur meten met een badthermometer of je kunt voelen met je elleboog.
  2. Je wast het hoofdje en gezichtje van de baby met water, de rest met babyzeep. De oogjes kun je schoonmaken met een watje met afgekoeld gekookt water. 
  3. Na het badje moet de baby zorgvuldig afgedroogd worden. Huidplooien die vochtig blijven, kunnen gaan smetten. Het afdrogen gaat het best met een hydrofielluier. 
  4. De haartjes behandel je met babylotion; dit kan helpen berg te voorkomen. 
  5. De nageltjes knip je met een speciaal afgerond babynagelschaartje. 

Sommige baby’s hebben een erg gevoelige huid en worden niet met zeep gewassen of gaan niet iedere dag in bad.

Slide 21 - Tekstslide

Wiegendood
In Nederland overlijden ongeveer dertig baby’s per jaar aan wiegendood. Het komt voor dat een baby rustig ligt te slapen en als de ouders weer gaan kijken, blijkt het kindje te zijn overleden. 
Er is geen duidelijke oorzaak te zien. Er is daarom veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van deze plotselinge dood bij baby’s. Het blijkt dat sommige baby’s ophouden met ademhalen. Ze zijn soms zwakker dan andere baby’s of hadden een lager geboortegewicht.

Slide 22 - Tekstslide

Adviezen om de kans op wiegendood te verkleinen
  1. Laat de baby liever niet op zijn buik slapen; hij moet dan zijn eigen gebruikte lucht opnieuw inademen.
  2. Gebruik geen dekbedje waar het kind onder kan komen, maar een gewatteerde trappelzak of een katoenen dekentje. 
  3. Kleed de baby niet te warm aan. Dit voorkomt warmtestuwing. 
  4. Rook niet tijdens de zwangerschap en ook niet in de buurt van de baby als deze geboren is. 
  5. Drink niet te veel koffie en cola tijdens de zwangerschap. De cafeïne in deze stoffen geeft extra prikkels aan het kind, die na de geboorte wegvallen. 
  6. Gebruik geen drugs. 
  7. Geef bij voorkeur borstvoeding, omdat deze beschermende stoffen bevat.
  8. Kies voor veilig beddengoed.

Slide 23 - Tekstslide

We zijn aan het einde van de theorie van blok 2.
Wat is voor jou het belangrijkste wat je hebt geleerd?

Slide 24 - Open vraag

Waarom is dat voor jou belangrijk om te weten?

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide