In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Burgerschap 6.2 6.3 6.4
Welke rechten heb ik als burger?
Lessonup!
Slide 1 - Tekstslide
Wat is geen eigenschap van een rechter in Nederland?
A
Onafhankelijk.
B
Eigenzinnig.
C
Onpartijdig.
D
Van onbesproken gedrag.
Slide 2 - Quizvraag
Rechters in Nederland zijn:
Objectief (geen persoonlijke mening)
Rechtvaardig (eerlijk en juist)
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een Cathfish. Iemand die...
A
Zich op social media voordoet als iemand anders
B
Die tijdelijke een social media account van een ander gebruikt
C
Iemand die verantwoordelijk is voor een social media account.
D
Iemand die met een vals identiteitsbewijs naar de disco gaat
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de juiste volgorde als in je in hoger beroep gaat?
A
Rechtbank --> Gerechtshof --> Hoge raad der Nederlanden
B
Gerechtshof--> Rechtbank --> Hoge Raad der Nederlanden
C
Hoge Raad der Nederlanden --> Rechtbank --> Gerechtshof
D
Hoge Raad der Nederlanden --> Gerechtshof --> Rechtbank
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je het oordeel van een rechter?
A
Uitspraak.
B
Vonnis.
C
Besluit.
D
Directief besluit.
Slide 6 - Quizvraag
Welk rechtsgebied is van toepassing? Als iemand arbeidsongeschikt is en een uitkering wil.
A
Burgerlijk recht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Staatsrecht
Slide 7 - Quizvraag
Welk rechtsgebied is van toepassing? Als een Nederlander 18 jaar oud is en mag stemmen?
A
Burgerlijk recht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Staatsrecht
Slide 8 - Quizvraag
Welk rechtsgebied is van toepassing? Als iemand wordt opgepakt voor wildplassen?
A
Burgerlijk Recht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Staatsrecht
Slide 9 - Quizvraag
Welk rechtsgebied is van toepassing? Als iemand getrouwd is en wil scheiden?
A
Burgerlijk recht
B
Bestuursrecht
C
Strafrecht
D
Staatsrecht
Slide 10 - Quizvraag
Wetboek van strafrecht
Het wetboek van strafrecht staan alle strafbare feiten beschreven. Ook de strafmaat wordt beschreven. Het
wetboek maakt onderscheid tussen twee soorten
strafbare feiten: overtredingen en misdrijven.
Slide 11 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van misdrijf?
A
Diefstal
B
Openbare dronkenschap?
C
Rommel op straat gooien.
D
Door rood licht rijden of zonder helm rijden
Slide 12 - Quizvraag
Verleiding of misleiding. Wat is een eigenschap van veel informatie op sociale media?
A
Nadruk op positieve eigenschappen.
B
Negatieve dingen worden weinig gedeeld
C
Beeldbewerking vindt veel plaats
D
Likes en reviews beïnvloeden.
Slide 13 - Quizvraag
Overtreding Lichte strafbare feiten Iemand overtreedt een regel.
Meestal een geldboete, soms ook een taakstraf.
Misdrijf Zwaardere strafbare feiten Iemand brengt personen of goederen schade toe en zorgt voor veel gevaar.
Aantekening op het strafblad en geldboete, taakstraf of gevangenisstraf
Slide 14 - Tekstslide
Hoe werkt het strafrecht?
Openbaar Ministerie (OM) Officier van justitie (Ovj) Verdachte / Aanklager
Uitspraak dan pas dader
Slide 15 - Tekstslide
Jeugdstrafrecht en strafblad
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar vallen onder het jeugdstrafrecht. Soms ook van toepassing voor jongeren tot 23 jaar. Rijksoverheid.nl staat meer informatie over bijvoorbeeld het strafblad voor jongeren.
Slide 16 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van Phising?
A
Je voordoen als iemand anders op social media.
B
Gegevens achterlaten nadat je op een link hebt gedrukt in een spam mail.
C
Je gegevens achterlaten op een Engelse website
D
Iemand verkoopt spullen op Marktplaats onder jouw naam.
Slide 17 - Quizvraag
Opdrachten maken.
Paragraaf 6.3 --> Opdracht 1,2,3,4,5 Paragraaf 6.4 --> Opdracht 1,2,3,4,5 Niet af dan huiswerk voor de volgende les.