De slimste heelkundige verpleegkundige

Door wie en wat wordt de keuze van de anesthesie bij een ingreep NIET bepaald?
A
De patiënt zelf
B
De grootte, de aard en plaats van de ingreep
C
De kennis en kwaliteiten van de verpleegkundigen
D
De lichamelijke conditie van de patiënt
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurwetenschappenSecundair onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Door wie en wat wordt de keuze van de anesthesie bij een ingreep NIET bepaald?
A
De patiënt zelf
B
De grootte, de aard en plaats van de ingreep
C
De kennis en kwaliteiten van de verpleegkundigen
D
De lichamelijke conditie van de patiënt

Slide 1 - Quizvraag

Ik ben met de fiets gevallen en heb een snede t.h.v. mijn voorhoofd. Welke verdoving zal de arts hiervoor gebruiken?
A
Algemene narcose
B
Plexusanesthesie
C
Perifere zenuwblokkade
D
Lokale anesthesie

Slide 2 - Quizvraag

Welk hulpmiddel gebruikt de (huis)arts om te beslissen welke onderzoeken de patiënt préoperatief zal moeten ondergaan.
A
DE ASA klassering
B
De ALFA klassering
C
De VAS klassering
D
De NIC klassering

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Urineretentie is het niet kunnen ophouden van je urine.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?
EWS staat voor Early warning system score
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat weet je hierover?

Slide 6 - Tekstslide

Welk antwoord is foutief?
Voorwaarden om préoperatief te scheren zijn:
A
Scheer breed genoeg
B
Doe dit als verpleegkundige best de dag voordien
C
Spoel na het scheren best de huid.
D
Zorg ervoor dat je geen wondjes maakt.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat vond je van de inhoud van de lessen van thema 3

Slide 10 - Open vraag

Hoe vond je dat de lessen van thema 3 gegeven werden?

Slide 11 - Open vraag