5.2 De bezetting van Nederland

5.2 De bezetting van Nederland
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 De bezetting van Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Ik kan uitleggen hoe Nederland werd verslagen door Duitsland en hoe de bezetting eruit zag.
  2. Ik kan 3 manieren noemen waarop mensen met de bezetting omgingen en dit uitleggen.
  3. Ik kan uitleggen hoe Nederland werd bevrijd.

Slide 2 - Tekstslide

Lees: 'Duitsland bezet Nederland.' en bekijk bron 7.
Welke gebeurtenis past het best bij de afbeelding?
A
Bombardement Amsterdam
B
Bombardement Den Haag
C
Bombardement Rotterdam
D
Geen idee

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer was het bombardement op Rotterdam?
A
10 mei 1940
B
14 mei 1940
C
14 april 1941
D
10 mei 1941

Slide 4 - Quizvraag

Welke term past het beste bij de bezetting van Nederland.
A
Blitzkrieg
B
totalitaire staat
C
fascisme
D
monarchie

Slide 5 - Quizvraag

Welke gevolgen had het bombardement. Geef je antwoord voor de Rotterdammers en voor heel Nederland.

Slide 6 - Open vraag

Lees: 'Verraad en verzet'
Zet de juiste woorden in de tekst. De woorden die je niet gebruikt doe je in de prullenbak. 
De meeste Nederlanders waren tegen de Duitse                                   , maar konden zich niet verzetten. Kleine groepjes mensen probeerden de Duitsers wel zo veel mogelijk dwars te zitten. Zij worden                                       genoemd. Een ander klein deel van de Nederlanders                                        met de Duitsers. Meestal waren zij lid van de politieke partij                                   .
NSDAP
PvdA
NSB
oorlog
bezetting
het verzet
verhuizers
collaboreren

Slide 7 - Sleepvraag

Hierna: uitleg De bevrijding van Nederland in 1945.
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Collaboratie:
Verzet:
Aanpassing:

Slide 8 - Sleepvraag

Zet de zinnen bij de juiste vraag.
Mensen die in het verzet zaten.
Mensen die collaboreerden
Hoe deden ze dat?
Hoe deden ze dat?
Waarom deden ze dat?
Waarom deden ze dat?
Ze hoorden bij een groep die door de Duitsers werden vervolgd
Ze vonden het goed dat de Duitsers de macht hadden in Nederland.
Ze waren tegen de ideeën van Hitler. 
Ze waren bang voor de gevolgen als ze de Duitsers niet zouden helpen.
Ze hielpen mensen met onderduiken.
Ze werden er zelf beter van. Ze verdienden bijvoorbeeld geld door met de Duitsers te handelen. 
Ze werden lid van de NSB.
Ze maakte en verspreidde illegale kranten.
Ze vertelden de Duitsers waar Joden ondergedoken zaten. 

Slide 9 - Sleepvraag

Door gebruik te maken van distributie bonnen werd het eten eerlijk verdeeld over de bevolking
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

sleep de producten waar een tekort aan kwam naar de pan. 

Slide 11 - Sleepvraag

Lees: 'Het laatste oorlogsjaar'.
Tijdens de Slag bij Arnhem kwamen ongeveer 1300 geallieerde soldaten om en werden 6500 andere gevangen genomen. Leg deze uitspraak uit: Als de geallieerden de Slag bij Arnhem hadden gewonnen, dan zouden er meer dan 20.000 mensen zijn gered.

Slide 12 - Open vraag

De                              begon in november 1944. Oorzaak hiervan was de verloren Slag bij                 . De Duitsers                                              Noord- en West-Nederland. Meer dan                mensen kwamen om tijdens de                                    . 
Hongerwinter
Hongerwinter
Arnhem
Rotterdam
blokkeerden uit wraak
20.000

Slide 13 - Sleepvraag

Wat is de Hongerwinter?
A
De winter in West-Nederland van 44-45.
B
De winter in Oost-Duitsland van 45-46.
C
De winter in de USSR van 44-45.
D
De winter in Pearl Habor van 41-42

Slide 14 - Quizvraag

hongerwinter
hoort niet bij hongerwinter
1944-1945
1939-1940
brandstoftekort
Zuid-Nederland
West-Nederland
steden

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de 3 belangrijkste tekorten naar 'hongerwinter'.
Hongerwinter
Kleding
Hout
Soldaten
Voedsel
Meubels
Sigaretten
Stroom
Speelgoed

Slide 16 - Sleepvraag

Bekijk bron 11.
Veel Duitse soldaten hadden nog wapens nadat Duitsland zich had overgegeven. Deze wapens zouden ze afgeven aan de geallieerden. Welke conclusie kun je zeker trekken uit bron 11?
A
Duitse soldaten hebben gevangen doodgeschoten na 5 mei 1945.
B
Duitse soldaten hielpen mee om de orde te bewaken na 5 mei 1945.
C
Duitse soldaten hebben nog mensen doodgeschoten na 5 mei 1945.

Slide 17 - Quizvraag

Bekijk bron 11.
Veel Duitse soldaten hadden nog wapens nadat Duitsland zich had overgegeven. Deze wapens zouden ze afgeven aan de geallieerden. Welke conclusie kun je misschien trekken uit bron 11?
A
Duitse soldaten hebben gevangen doodgeschoten na 5 mei 1945.
B
Duitse soldaten hielpen mee om de orde te bewaken na 5 mei 1945.
C
Duitse soldaten hebben nog mensen doodgeschoten na 5 mei 1945.

Slide 18 - Quizvraag