V3 | Les 10 | Latijn | 03-10-2024

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom & Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Kaugom weggegooid (anders snel nu)
  • Schoolspullen op tafel: boeken, laptop, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
Zelfstandig naamwoord: groep 1 en 2
Zelfstandige naamwoorden worden ingedeeld in groepen. Woorden hebben een geslacht (vrouwelijk/mannelijk/onzijdig)
Naamval
Getal
Functie
Groep 1: V
Groep 2: M
Groep 2: O
Nom 
Ev
Onderwerp
mens-a
serv-us
don-um
Acc
Ev
Lijdend vwp
mens-am
serv-um
don-um
Nom
Mv
Onderwerp
mens-ae
serv-i
don-a
Acc
Mv
Lijdend vwp
mens-as
serv-os
don-a

Slide 3 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Programma

  • Terugblik: tekst 3.a. vragen
  • Leerdoelen opstellen: vertaalvaardigheid (3.b.)
  • Aan de slag: vertalen
  • Reflectie en leerdoelen check: hebben we het begrepen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vorm kan GEEN vocativus zijn?
A
Latona
B
Deae
C
Filius
D
Serve

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vocativus: de '6e naamval'
De vocativus wordt gebruikt om iemand aan te spreken of te roepen en volgt dus vaak na een imperativus of een vraag.
Naamval
Getal
Functie
Groep 1: V
Groep 2: M
Groep 2: M
Groep 2: O
Nom 
Ev
Onderwerp
mens-a
serv-us
fil-ius
don-um
Voc
Ev
Aanspreken
mens-a
serv-e
fil-i
don-um
Nom
Mv
Onderwerp
mens-ae
serv-i
fil-ii
don-a
Voc
Mv
Aanspreken
mens-ae
serv-i
fil-ii
don-a

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Leerdoelen
  • Je kan een verhaal vanuit het Latijn met het stappenplan omzetten naar een correcte Nederlandse vertaling.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkwoord: esse (=zijn)

Indicativus =
1, 2, 3 ev
1, 2, 3 mv

Praesens = tegenwoordige tijd

Persoon
Vervoeging
Vertaling
ik
sum
Ik ben
jij
es
Jij bent
hij/zij/het
est
Hij is
wij
sumus
Wij zijn
jullie
estis
Jullie zijn
zij
sunt
Zij zijn

Slide 8 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Werkwoord: posse (=kunnen)

Indicativus =
1, 2, 3 ev
1, 2, 3 mv

Praesens = tegenwoordige tijd

Persoon
Vervoeging
Vertaling
ik
possum
Ik kan
jij
potes
Jij kunt
hij/zij/het
potest
Hij kan
wij
possumus
Wij kunnen
jullie
potestis
Jullie kunnen
zij
possunt
Zij kunnen

Slide 9 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
Maak de vragen op pagina 24 van je oefenboek af.

Maak daarna de taaloefeningen D en E op pagina 26 van je oefenboek.




timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Zo beantwoord je tekstvragen
1. 'Dea sitit' (r1): de godin heeft dorst.
2. De boeren vinden dat het water van hen is, 
en niet van Latona / een ander.
3. (1) Mijn (jonge) kinderen zijn dorstig; (2) wij zijn moe.
4. Nostra; dit woord staat aan het begin van de zin en krijgt extra nadruk.
5. 'Agricolae aquam pedibus turbant' (r13).
6. Latona verandert hen in kikkers.
7. In deze woorden kun je al het gekwaak van de kikkers horen.

Citeren = letterlijk opschrijven (geef ook een Nederlandse vertaling)


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diana
Artemis

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reflectie
Kan je een verhaal vanuit het Latijn met het stappenplan omzetten naar een correcte Nederlandse vertaling?

Slide 13 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit: wat betekent: sumus
A
ik ben
B
jij bent
C
wij zijn
D
zij zijn

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exit: wat betekent: potes
A
ik kan
B
jij kunt
C
jullie kunnen
D
zij kunnen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies