2BK, 5.2 oppervlakte en omtrek rechthoek

Doel van de les:
Basis: je weet het verschil tussen omtrek en oppervlakte.
Kader: je kent de begrippen 'hoogte' en 'bijbehorende zijde'

Basis èn kader: je kent de eenheden van lengte (omtrek) en oppervlakte
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doel van de les:
Basis: je weet het verschil tussen omtrek en oppervlakte.
Kader: je kent de begrippen 'hoogte' en 'bijbehorende zijde'

Basis èn kader: je kent de eenheden van lengte (omtrek) en oppervlakte

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

OMTREK
De lengte van de rand.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

OPPERVLAKTE
Oppervlakte = bedekken

Slide 6 - Tekstslide

OPPERVLAKTE RECHTHOEK OF VIERKANT
Lengte x breedte

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

soms moet je hulplijnen tekenen om de oppervlakte uit te kunnen rekenen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

kader
De oppervlakte van een rechthoek = lengte x breedte

De oppervlakte van een driehoek = lengte x breedte : 2
= zijde x bijbehorende hoogte :2

De oppervlakte van een parallellogram = zijde x bijbehorende hoogte

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide