Les 4: Les of toernooi-systemen

Les 4: Doorstroom naar niveau 3
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel doorstroomMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4: Doorstroom naar niveau 3

Slide 1 - Tekstslide

 Organisatievormen
Theorie

Praktijk

Slide 2 - Tekstslide

Organisatievormen
Organisatievormen zijn manieren om een evenement of toernooi te organiseren. Voorbeelden zijn:
  •  Spelenkermis
  • Competitiesysteem 
  • Afvalsysteem
  • Poulesysteem
  • Roulatiesysteem 

Slide 3 - Tekstslide

Organisatievormen
  • Niet - wedstrijdgerichte vormen
  • Wedstrijdgerichte vormen

Bepaal dus altijd of het evenement een winnaar op moet leveren. 

Slide 4 - Tekstslide

Eredivisie voetbal
Wedstrijdgericht
Niet-wedstrijdgericht

Slide 5 - Poll

Sportinstuif
Wedstrijdgericht
Niet-wedstrijdgericht

Slide 6 - Poll


Wedstrijdgericht
Niet-wedstrijdgericht

Slide 7 - Poll


Wedstrijdgericht
Niet-wedstrijdgericht

Slide 8 - Poll


Wedstrijdgericht
Niet-wedstrijdgericht

Slide 9 - Poll

Niet-wedstrijdgericht
  1. Individueel of in teams
  2. Vaste volgorde of juist niet


  • Geen vaste volgorde: instuif of spelenkermis
  • Vaste volgorde: roulatiesysteem

Slide 10 - Tekstslide

Geen vaste volgorde
We organiseren een sport-en-spelmiddag met een niet-wedstrijdgerichte vorm en kiezen daarbij voor 'geen vaste volgorde' van de spelen.

Dit betekent:
De kinderen spelen alleen het spel of de spellen die zij leuk vinden (en hoe lang zij dit zelf willen). Het lijkt op een kermis (kiezen wat je doet).

Systeem wat daarbij hoort:
Open instuif of spelenkermis

Slide 11 - Tekstslide

Vaste volgorde
Deelnemers moeten alle spellen spelen.

Systeem: Roulatiesysteem (doordraaien)  

Roulatiesysteem, 4 vormen:
  • Klokopschuifsysteem
  • Levend ganzenbord
  • Zweeds loopspel
  • Spinnenwebloop

Slide 12 - Tekstslide

Roulatiesysteem
Klokopschuifsysteem

Slide 13 - Tekstslide

Roulatiesysteem
Levend ganzenbord

Slide 14 - Tekstslide

Roulatiesysteem
Zweeds loopspel

Slide 15 - Tekstslide

Roulatiesysteem
Spinnenwebloop

Slide 16 - Tekstslide

Samenvatting
Er zijn 2 soorten organisatievormen: 
  • Niet-wedstrijdgericht.
  • Wedstrijdgericht.

Niet-wedstrijdgerichte vormen (kunnen) zijn:
Open instuif of spelenkermis. (geen vaste volgorde) 
Een roulatiesysteem (vaste volgorde):
  • Klokopschuifsysteem
  • Levend ganzenbord
  • Zweeds loopspel
  • Spinnenwebloop

Slide 17 - Tekstslide

Wedstrijdgericht
Uitdaagsysteem
Afvalsysteem
Poulesysteem
Competitiesysteem

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Uitdaagsystemen
Laddersysteem
Waslijnsysteem
Piramidesysteem
Schoorsteensysteem

Wanneer gebruik je bij voorkeur welk systeem?

Slide 20 - Tekstslide

Uitdaagsystemen 

  • Laddersysteem
  • Waslijnsysteem
  • Piramidesysteem
  • Schoorsteensysteem


Voor- en nadelen 

  • Iedereen kan mee blijven spelen, spanning ot het einde. 
  • Na verloop van tijd volgorde wel bepaald, je speelt vaak tegen de zelfde speler(s)

    Piramide- of schoorsteensysteem geschikt bij grotere aantallen

Slide 21 - Tekstslide

Afvalsysteem
Hoe werkt dat?

Slide 22 - Tekstslide

Afvalsysteem
4, 8, 16, 32, etc

Slide 23 - Tekstslide

Afvalsysteem
  1. Teken een afvalsysteem met 9 deelnemers.


Slide 24 - Tekstslide

Poulesysteem

Slide 25 - Tekstslide

Uitschrijven van wedstrijden
  • Klokmethode
  • Diagonaalmethode

Voorbeeld:
1-2        1-4        1-3
3-4       2-3       4-2

Slide 26 - Tekstslide

Poulesysteem
Oefen met het uitschrijven van alle wedstrijden.
  • Poule met 4 deelnemers/teams
  • Poule met 5 deelnemers/teams

Gebruik voor beide opdrachten zowel het kloksysteem als het diagonaal systeem! 

Slide 27 - Tekstslide

Competitiesysteem
  • Hele competitie
  • Halve competitie

Wat is het verschil, en wanneer kies je voor welk systeem?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Opdracht 
  1. Teken een poule systeem met 4 teams


  2. Na de poulefase schrijf je een finale uit én een wedstrijd om de derde plaats


Slide 30 - Tekstslide