Thema 2.3 les 3 Cellen van dieren

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 5: Cellen van dieren
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 2: Organen en cellen
Basisstof 5: Cellen van dieren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

Lesdoelen
Wat weet je nog?
Uitleg thema 2, basisstof 5
Aan de slag!  



Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk 2.5
 Vrijdag 3 november 9e uur

Let op!! Thema 2, basisstof 5!

Lezen: va blz. 102
Maken: 1-2-4-5.
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kan je...

  • Kan je beschrijven wat één cel is in een organisme.
  • Kun je tenminste 2 delen van cellen van dieren noemen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Benoem de 4 organen van de plant. 


Bloem
Stengel
Blad
Wortels

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg basisstof 2.5 Cellen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Dierlijke cel
Alle dieren hebben dezelfde soort cellen: dierlijke cellen.

De vorm kan wel verschillen maar de onderdelen zijn hetzelfde.

Slide 8 - Tekstslide

Dierlijke cellen
  • Aan de buitenkant van de cel zit het celmembraam . (Muurtje)

  • In de cel zit cytoplasma . Dit is een soort stroperige waterige vloeistof waarin alle onderdelen van cel in zitten.

Slide 9 - Tekstslide

Dierlijke cellen

De cel heeft ook een celkern.

  • Deze werkt als een soort hersenen voor de cel. 



Slide 10 - Tekstslide

Celkern
In de celkern liggen chromosomen. 

Chromosomen zijn drager van erfelijke materiaal.

Chromosomen zijn opgebouwd uit de stof DNA.

Slide 11 - Tekstslide

Dierlijke cellen
1. Celmembraan

2. Celkern

3. Kernmembraam

4.Cytoplasma

Slide 12 - Tekstslide

Plantencel
Een plantencel heeft naast een celmembraam ook een celwand

De celwand geeft stevigheid aan de cel.

Slide 13 - Tekstslide

Plantencellen
  • Ook de plantencel heeft een celwand, celmembraan en een celkern met een kernmembraam.
  • Een plantencel heeft ook een vacuole. dit is een blaasje gevuld met water.


Slide 14 - Tekstslide

Plantencel
Een plantencel heeft ook plastiden.

Plastiden te zien in deze cel zijn bladgroenkorrels.
Hierin wordt fotosynthese geregeld en geeft daarmee de groene kleur aan de plant.

Slide 15 - Tekstslide

Plantencel
1. Celmembraan
2. Cytoplasma
3. Celkern
4. Vacuole
5. Bladgroendkorrels/plastiden
6. Celwand

Slide 16 - Tekstslide

elk onderdeel is dubbel.
sommige onderdelen moeten 2 keer in dezelfde geplaats worden.
plantencel
dierlijke cel
celwand
celmembraam
celmembraam
celwand
plastiden
plastiden
celkern
celkern
vacuole
vacuole

Slide 17 - Sleepvraag

Beroepen?

Slide 18 - Woordweb

Preparaat maken

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk:
digitaal thema 2 basisstof 3

opdrachten: 1-2-3-5-6-7-8-9




Opties KWT:

optie 1: leerdoelen uitwerken

optie 2: invul opdracht cellen (vervanging PO prepraat maken)

optie 3: herhaalde uitleg (docent legt de stof nogmaals uit extra ruimte om vragen te stellen)

Slide 20 - Tekstslide

Heeft een dierlijke cel een celmembraan?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Een dierlijke cel heeft een celkern.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

welke van de vier is de dierlijke cel
A
B
C
D

Slide 23 - Quizvraag

Heeft een dierlijke cel celplasma?
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quizvraag

Dit is een dierlijke cel
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Een dierlijke cel heeft bladgroenkorrels
A
Waar
B
Niet waar

Slide 26 - Quizvraag

Wat heeft een dierlijke cel?
A
Bladgroenkorrels.
B
Celmembraan.
C
Celwand.
D
Vacuole.

Slide 27 - Quizvraag

Heeft een dierlijke cel cytoplasma?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quizvraag

Is celplasma een ander woord voor cytoplasma?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Aan de slag! Thema 2.3
Wat? Lezen: va. blz.102  Maken: Vragen 1-2-4-5-6
 Hoe?   Alleen of fluisterend samen met je buur.
Hulp?  Vragen aan je buur of de docent.
Tijd?  10 minuten.
Uitkomst, wat doen we ermee? We bespreken de huiswerkvragen aan het einde van de les. Je kan random de beurt krijgen.
Klaar? Maak online thema 2.5 de test-je-zelfs,
 diagnostische toets. Flitskaarten. Of maak een mindmap van deze les.

               



timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide