In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Lichaamstaal
Slide 1 - Tekstslide
doel van de les
Ik kan voorbeelden geven van lichaamstaal
Ik weet wat non-verbale en verbale communicatie is.
ik ken voorbeelden over hoe het op de ander overkomt.
Ik kan me concentreren
Slide 2 - Tekstslide
Praktijk
Slide 3 - Tekstslide
Hoe kun je praten met je lichaam?
Voorbeeld:
De gorilla heeft geen woorden nodig om aan te geven dat hij de baas van de groep is.
waaraan zie je dat?
Slide 4 - Tekstslide
Hoe kun je nog meer praten met je lichaam?
Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij.
In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe kun je praten met je lichaam?
Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam enthousiast thuis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. Daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit.
Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal
Slide 6 - Tekstslide
Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.
Verbaal = wat je zegt
Non-verbaal= hoe je het zegt
Communicatie: Verbaal en non-verbaal
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten
Slide 11 - Quizvraag
Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken
Slide 12 - Quizvraag
Waarheid of leugen
Stap 1
Bedenk 2 korte verhalen over jezelf: 1 is waarheid, het andere verhaal is een leugen.