1. Zoek het kaartje met
start 2. Kijk naar het begrip op het kaartje
3. Het begrip is fenotype, welke bschijving hoort hierbij? zoek het goeie kaartje erbij
4. Je heb nu een nieuw begrip, doe het zelfde als bij stap 3, zo krijg je een kaartjes slang.
Hulp; je boek en je laptop!