2.4 De VS en Nigeria: positie in de wereldlandbouw en de Examentraining

Positie in de wereldlandbouw
Paragraaf 2.4 en de Examentraining
Aardrijkskunde 
Klas 3
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Positie in de wereldlandbouw
Paragraaf 2.4 en de Examentraining
Aardrijkskunde 
Klas 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je weet dat de VS en Nigeria verschillende posities innemen in de wereldlandbouw.
  • Je begrijpt dat de positie van een land in de wereldlandbouw gevolgen heeft voor de welzijn van zijn inwoners.
  • Je kunt op een wereldkaart in grote lijnen de gebieden aanwijzen met een sterkte en een zwakke positie in de wereldlandbouw. 

Slide 2 - Tekstslide

Schaalvergroting
Steeds minder boerderijen in de VS. Maar de boerderijen werden steeds groter. 

Slide 3 - Tekstslide

Landbouw VS kent overschotten door:
-hoge arbeidsproductiviteit per persoon
-hoge productiviteit per ha

Overschotten worden aan het buitenland verkocht door:
-minder handelsbelemmeringen
-exportsubsidies, daardoor worden producten soms voor een hele lage prijs verkocht.


Slide 4 - Tekstslide

Als er nauwelijks gebruik wordt gemaakt van machines in de landbouw is de arbeidsproductiviteit...
A
Laag
B
Hoog

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van handelsbelemmeringen?
A
Inkomensbelasting
B
Toeslagenbelasting
C
Subsidie
D
Invoerbelasting

Slide 6 - Quizvraag

Invloed rijke landen op landbouw
  • Handelsbeleid: bescherming van eigen markt door bijv. invoerrechten.
  • Landbouwbeleid: exportsubsidies in rijke landen
    dumpen
  • Multinationals

Slide 7 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij deze omschrijving: 'Het grote aanbod ontstaat als landen meer voedsel produceren dan voor de eigen bevolking nodig is'.
A
Dumping
B
Verdringing van de eigen voedselproductie
C
Goedkoop voedsel
D
Voedselzekerheid

Slide 8 - Quizvraag

Dumping
  • het overschot van een bepaald product (bijv. graan of melk) wordt tegen een lage prijs verkocht op de wereldmarkt
  • overproductie gebeurt vooral in de Verenigde Staten en Europese Unie
  • Boeren uit Nigeria kunnen niet overleven door lage concurentie prijzen

Slide 9 - Tekstslide

Landbouw in Nigeria
  • Vroeger veel handelsgewassen.
  • Nu aardolie en aardgas.
  • 70% van de bevolking werkt in de landbouw.
  • Belangrijke gewassen voor exportlandbouw:
     cacao, rubber, palmolie en katoen.

Slide 10 - Tekstslide

Nadelen voor Nigeria
  • Verdringing eigen voedselproductie --> rijst uit ander land is goedkoper dan rijst uit eigen land --> boeren moeten stoppen met rijst verbouwen (verdringing eigen voedselproductie)
  • afhankelijk van de wereldmarktprijs, als prijs olie laag is dan verdient het land minder
  • Meer concurrentie
  • Dumping van voedsel: rijke landen hebben overschot aan bv. graan en dumpen dit op de wereldmarkt voor lage prijzen.

Slide 11 - Tekstslide

Positieve ontwikkelingen
  • Streven naar vrije wereldeconomie
  • Mensen kopen steeds meer fairtrade producten.
  • Ontwikkelingshulp
  • Kwijtschelden schulden
  • Dus: meer mogelijkheden voor onderwijs, gezondheidszorg en politiek.

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het voordeel van handelsbelemmeringen voor Nigeria?
A
Ze kunnen meer producten uit het buitenland kopen.
B
Nigeria mag alleen in eigen land handelen.
C
De Nigeriaanse producten worden beschermd door invoerbelasting
D
Nigeria mag alleen in het buitenland handelen.

Slide 13 - Quizvraag

Waarom verplaatsen veel Aziatische bedrijven zich naar Nigeria?
A
Werkloosheid in Azië
B
Grondstoffen in ruil voor investeringen
C
Belang bij economische groei van Nigeria
D
Betere lonen in Nigeria

Slide 14 - Quizvraag

En nu?
Maken
Paragraaf 2.4 en Examentraining

Nog afronden --> Topografie VS en Nigeria

Toets: SE 1.1 over Hoofdstuk 1 en 2


Slide 15 - Tekstslide

15 dec: PW H2
Paragraaf 2.1 t/m 2.4

Slide 16 - Tekstslide