H3 02.11.2021 Wechselpräpositionen

Willkommen
Dienstag 02.11.2021
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Willkommen
Dienstag 02.11.2021

Slide 1 - Tekstslide

Heute
  • Wiederholung der Wörter
  • Wiederholung der Grammatik
  • Zeit zum Lernen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

met de trein gaan
A
mit der Straßenbahn fahren
B
mit dem Bus fahren
C
mit der Bahn fahren
D
mit dem Fahrrad fahren

Slide 4 - Quizvraag

geradeaus

Slide 5 - Open vraag

sich auskennen
geen voorrang hebben
hupen
abbiegen
keine Vorfahrt haben
de weg weten
toeteren
afslaan

Slide 6 - Sleepvraag

Wanneer ga je naar huis?
A
Wenn gehst du nach Hause?
B
Wann gehst du nach Hause?

Slide 7 - Quizvraag

Als ik ziek ben, kom ik niet.
A
Wenn ich krank bin, komme ich nicht.
B
Wann ich krank bin, komme ich nicht.
C
Als ich krank bin, komme ich nicht.

Slide 8 - Quizvraag

ersetzen
A
bezetten
B
bezitten
C
vervangen
D
verzetten

Slide 9 - Quizvraag

einsteigen

Slide 10 - Open vraag

de accu
de airco
de halte
het verkeerslicht
die Batterie
die Klimaanlage
die Haltestelle
die Ampel

Slide 11 - Sleepvraag

Grammatik
Der- / Ein-Gruppe + vaste voorzetsels

Der- / Ein-Gruppe + persoonlijke voornaamwoorden

Slide 12 - Tekstslide

Der-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1 Nominativ
der 
Mann
die
Frau
das 
Kind
die
Kinder
3 Dativ
dem
Mann
der 
Frau
dem 
Kind
den
Kindern
4 Akkusativ
den 
Mann
die 
Frau
das
Kind
die
Kinder

Slide 13 - Tekstslide

Ein-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1 Nominativ
ein 
Mann
ein-e
Frau
ein 
Kind
kein-e
Kinder
3 Dativ
ein-em
Mann
ein-er 
Frau
ein-em 
Kind
kein-en
Kindern
4 Akkusativ
ein-en 
Mann
ein-
Frau
ein
Kind
kein-e
Kinder

Slide 14 - Tekstslide

Voorzetsels
Voorzetsels met een vaste naamval:

3e: aus, bei, mit, nach, seit, von, zu, gegenüber, außer, entgegen

4e: durch, für, gegen, ohne, um, bis, entlang 

Slide 15 - Tekstslide

Eselsbrücke
4e naamval: GOUDFEB

3e naamval: ????

Slide 16 - Tekstslide

Eselsbrücke
1. mes van bagz
2. gambavanzs
3. bei Von Zagemans
4. ganz von bams 

Slide 17 - Tekstslide

Eselsbrücke
mit - nach - bei - seit 2x
von - zu - aus 2x
außer - gegenüber 2x
ent-ge-gen 2x
 


Slide 18 - Tekstslide

Eselsbrücke
1. met vier zakken bier en nog andere attributen gaan ze super.
2. vazbangmes




Slide 19 - Tekstslide

Beispiele
1. Es ist gefährlich, wenn die Kinder hier mit ihr_____ Ball spielen.

VONGSU

Slide 20 - Tekstslide

Beispiele
2. Unsere Schule befindet sich direkt gegenüber ____ Bahnhof.

VONGSU

Slide 21 - Tekstslide

Beispiele
3. Ich habe seit ein___ Woche ein neues Fahrrad.

VONGSU

Slide 22 - Tekstslide

Het persoonlijk voornaamwoord
Het persoonlijk voornaamwoord kent in het Duits ook naamvallen

Slide 23 - Tekstslide