Politiek 3.1

Laptop
Schrift

Pen
Boek

1 / 24

Slide 1: Tekstslide

MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Politiek 3.1

Laptop
Schrift

Pen
Boek

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

- Uitleg paragraaf 3.1

- Start PO Eigen politieke partij op school

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Wat is politiek

3.1 Wat is politiek?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 Minuten lezen in stilte

Paragraaf 1 Hoofdstuk 3

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Na deze les kun je herkennen en uitleggen

Hoe besluiten worden genomen in Nederland.
Verschillende vormen van democratie.

Politiek!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij het woord politiek?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is politiek

Het maken van keuzes en het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ambtenaren en de overheid

Ambtenaren zijn personen die voor de overheid werken

De overheid zijn alle ambtenaren en politici samen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Algemeen belang

De politiek bemoeit zich alleen met dingen die van algemeen belang (voor veel mensen belangrijk) zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Politieke keuzes maken

Kijkopdracht: noem twee redenen waarom politieke partijen hun beloftes niet altijd waar kunnen maken.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

noem twee redenen waarom politieke partijen hun beloftes niet altijd waar kunnen maken.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is democratie?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf in één minuut zo veel mogelijk losse woorden op waaraan jij moet denken bij het onderwerp:

'stemmen' en 'democratie'

timer

1:00

Slide 14 - Woordweb

Braindump

Voorkennis activeren

Doe: Laat de leerlingen/studenten in één minuut zo veel mogelijk losse woorden opschrijven die zij vinden passen bij het onderwerp 'stemmen voor de Tweede Kamer'.

Democratie

Democratie. Het volk heeft invloed op politieke besluiten.

Het woord democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Woont Jantje in een dictatuur of in een democratie? Waarom?

Jantje staat op en zet de radio aan voor het nieuws. Er wordt kort gesproken over een nieuwe regel die binnenkort wordt ingevoerd, maar ook over de bezorgdheid die sommige mensen erover hebben. "Dat is goed," denkt Jantje, Terwijl hij zich klaarmaakt voor de dag, hoort hij de nieuwslezer vertellen dat er binnenkort een debat komt.

Op de weg naar zijn werk komt Jantje langs een poster van een politieke partij, met een slogan die hem niet helemaal aanspreekt. Op het werk vertelt een collega tijdens de lunch dat hij niet helemaal achter het beleid van de regering staat, maar dat hij binnenkort gaat stemmen om het te veranderen. “We kunnen het tenminste proberen,” zegt hij.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: In een democratie kan iedereen zeggen wat hij of zij denkt, zolang het binnen de wet blijft.

Waar

Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: In een dictatuur kunnen mensen stemmen op verschillende politieke partijen

Waar

Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling: Een democratie is altijd eerlijk en zonder problemen.

Waar

Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je beter? Een directe democratie of een indirecte democratie?

Directe democratie

Indirecte democratie

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stel je moet kiezen: In een democratie kun je vrij spreken, maar het duurt lang voordat wetten worden gemaakt. In een dictatuur gaat alles snel, maar je hebt geen inspraak. Wat zou jij kiezen en waarom?