ICT lesinfrastructuur: De bouwstenen van een efficiënt ICT-netwerk

ICT lesinfrastructuur: De bouwstenen van een efficiënt ICT-netwerk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ICT lesinfrastructuur: De bouwstenen van een efficiënt ICT-netwerk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat ICT-infrastructuur is en hoe het bijdraagt aan een effectieve werking van een ICT-netwerk.

Slide 2 - Tekstslide

Presenteer het leerdoel aan het begin van de les en herhaal het aan het einde van de les om de studenten te helpen hun begrip te versterken.
Wat weet je al over de infrastructuur van ICT?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Definitie van ICT-infrastructuur
ICT-infrastructuur is de fysieke basis die nodig is voor de werking van een ICT-systeem. Het omvat hardware, software, netwerken en diensten.

Slide 4 - Tekstslide

Leg de definitie van ICT-infrastructuur uit en geef voorbeelden van elk component. Vraag de studenten of ze vragen hebben over de definitie.
Hardware
Hardware omvat alle fysieke apparaten die nodig zijn voor de werking van een ICT-systeem, zoals computers, servers, printers, routers en schakelaars.

Slide 5 - Tekstslide

Laat foto's zien van verschillende hardwarecomponenten en vraag de studenten om te identificeren wat elk is.
Software
Software verwijst naar de programma's die op hardware worden uitgevoerd om taken uit te voeren en gegevens te verwerken. Voorbeelden zijn besturingssystemen, toepassingssoftware en hulpprogramma's.

Slide 6 - Tekstslide

Toon voorbeelden van verschillende soorten software en vraag studenten om ze te identificeren. Leg uit hoe software en hardware samenwerken om een ​​ICT-systeem te creëren.
Netwerken
Netwerken omvatten de verbindingen en communicatieprotocollen die nodig zijn voor gegevensuitwisseling tussen verschillende apparaten en systemen. Voorbeelden zijn LAN's, WAN's en internet.

Slide 7 - Tekstslide

Leg de verschillende soorten netwerken uit en toon diagrammen van netwerktopologieën. Vraag de studenten of ze vragen hebben over netwerken.
Diensten
Diensten omvatten de ondersteunende diensten die nodig zijn voor de werking van een ICT-systeem, zoals beveiliging, back-up en herstel, monitoring en onderhoud.

Slide 8 - Tekstslide

Leg de verschillende soorten diensten uit en vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin deze diensten nodig zouden zijn.
Voordelen van een goede ICT-infrastructuur
Een goede ICT-infrastructuur kan leiden tot een efficiëntere werking van een ICT-systeem, betere prestaties, hogere productiviteit en betere beveiliging van gegevens.

Slide 9 - Tekstslide

Benadruk de voordelen van een goede ICT-infrastructuur en vraag de studenten om voorbeelden te geven van situaties waarin deze voordelen belangrijk zouden zijn.
Conclusie
ICT-infrastructuur is de fysieke basis van een ICT-systeem en omvat hardware, software, netwerken en diensten. Een goede ICT-infrastructuur kan leiden tot efficiëntere werking, betere prestaties, hogere productiviteit en betere beveiliging van gegevens.

Slide 10 - Tekstslide

Herhaal het leerdoel en benadruk het belang van een goede ICT-infrastructuur. Beantwoord eventuele vragen van de studenten.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.