De standenmaatschappij in de tijd van monniken en ridders

De standenmaatschappij
in de tijd van monniken en ridders
500-1000
vroege middeleeuwen
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

De standenmaatschappij
in de tijd van monniken en ridders
500-1000
vroege middeleeuwen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Neem het schema over in je schrift dat je op de vorige slide hebt gezien.
Zet erboven: de standenmaatschappij in de tijd van monniken en ridders. 500-1000

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 11 - Sleepvraag


Door het harde leven gingen veel mensen het christendom extra belangrijk vinden. 

➤Waarom was dat zo? 
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 12 - Quizvraag


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Leo, de bisschop van Aken.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 13 - Quizvraag


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Herman, een horige die op het gebied van een ongelofelijk onvriendelijke edelman woont
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 14 - Quizvraag


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Herman, een horige die op het gebied van een ongelofelijk onvriendelijke edelman woont
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 15 - Quizvraag


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Maria, een oude vrouw die in een klooster bij Maastricht woont.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 16 - Quizvraag


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Klaas, een vrije boer met een lange baard.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 17 - Quizvraag


➤Hoort de volgende persoon bij de adel, de geestelijkheid of de boeren?

Koning Karel de Kale, een kleinzoon van Karel de Grote.
A
adel
B
geestelijkheid
C
boeren

Slide 18 - Quizvraag

Welke stand was het belangrijkste in de Middeleeuwen?
A
De 3e stand, de boeren zorgden immers voor voedsel
B
De 2e stand, de edelen zorgden immers voor bescherming.
C
De 1e stand, de geestelijken hadden immers contact met God.
D
Alle standen waren even belangrijk.

Slide 19 - Quizvraag




Zet in je schema in je schrift welke stand het belangrijkste was en waarom. 

Slide 20 - Tekstslide