H8 Financiële zelfredzaamheid

Goedemorgen
We vervolgen vandaag met Hoofdstuk 8
De leerdoelen zijn gelijk aan de vorige les
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Goedemorgen
We vervolgen vandaag met Hoofdstuk 8
De leerdoelen zijn gelijk aan de vorige les

Slide 1 - Tekstslide

Moreel wangedrag
Wanneer je een verzekering hebt afgesloten kan dit een bepaald effect hebben op je gedrag. 
Omdat je denkt, ach ik ben toch verzekerd kun je makkelijker/onzorgvuldiger met spullen omgaan.
Dit noemen we moreel wangedrag

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Averechtse selectie kan een verzekeraar voorkomen door:
A
risicospreiding
B
acceptatieplicht
C
een eigen risico
D
premiedifferentiatie

Slide 5 - Quizvraag

Verzekeringen
Twee soorten:
1. Particuliere verzekeringen: je mag zelf beslissen of je een verzekering afsluit of niet
2. Collectieve verzekeringen: de overheid  verplicht iedere betrokkene om mee te doen
Bijvoorbeeld AOW (pensioen) en WW (werkloosheid)

Slide 6 - Tekstslide

Verzekeringen
Toch heeft de overheid 3 particuliere verzekeringen verplicht gemaakt:
- zorgverzekering, voor iedereen vanaf 18
- WA, verzekering wanneer je auto hebt
- Opstalverzekering bij koop huis

Slide 7 - Tekstslide

Welk van onderstaande verzekeringen is een collectieve verzekering?

A
opstalverzekering
B
reisverzekering
C
zorgverzekering
D
AOW

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

We zagen net dit filmpje van Volkswagen.
Hebben het oude vrouwtje en de koper evenveel info over de auto?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 11 - Quizvraag

Wanneer je, net als het oude vrouwtje niet zuinig met je spullen omgaat hoe noemen we dat dan in verzekeringstermen
A
Asociaal gedrag
B
Dom gedrag
C
Moreel wangedrag
D
Normaal gedrag

Slide 12 - Quizvraag

Wat was ook al weer averechtse selectie?
A
goede en slechte risico's verzekeren zich
B
kun je dat eten?
C
voorbeeld van premiedifferentiatie
D
goede risico's verzekeren zich niet en de slechte wel

Slide 13 - Quizvraag

wat kun je doen om moreel wangedrag tegen te gaan
A
Premiedifferentiatie
B
Eigen risico
C
Verplicht verzekeren

Slide 14 - Quizvraag

Huren of kopen??
Wat heb je later liever? een koophuis of een huurhuis?

Waarom?

Slide 15 - Tekstslide

Huren of Kopen

Slide 16 - Tekstslide

Huren of Kopen
Stel je kunt een huis huren voor € 750 per maand = € 9.000 per jaar.

Als de rente 1,5% is voor een hypotheek. welk bedrag kun je dan bij de bank lenen om ook op € 750 per maand te komen?

Slide 17 - Tekstslide

Huren of kopen?
Welk bedrag?
A
400.000
B
500.000
C
600.000
D
250.000

Slide 18 - Quizvraag

Uitleg
€ 9.000 per jaar moet dan gelijk zijn aan de rente  van 1,5%
100/1,5  x 9.000 = € 600.000

Slide 19 - Tekstslide

Kun je zomaar deze vergelijking maken?
Nee, want bij een eigen huis krijg je ook te maken met extra kosten.

Slide 20 - Tekstslide

Kan iedereen zomaar € 600.000 lenen voor een huis?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee

Slide 21 - Quizvraag

Wat bepaald hoeveel je kunt lenen?
A
Je inkomen
B
of je schulden hebt
C
Of je een vaste baan hebt
D
Welke opleiding je hebt

Slide 22 - Quizvraag

Welke extra kosten horen bij een koophuis
A
onderhoud
B
verzekering
C
WOZ (belasting)
D
Alle hiervoor genoemde zijn juist

Slide 23 - Quizvraag

Onroerend goed
Wat is dat?

Slide 24 - Tekstslide

Spaar je met een eigen huis voor je oude dag?
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quizvraag

Wat is makkelijker wanneer je wilt verhuizen
A
koop huis
B
huur huis

Slide 26 - Quizvraag