BK Hoofdstuk 13.3 Geluidssterkte

H13.3 Geluidssterkte
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H13.3 Geluidssterkte

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lezen van 9.4 (basis) en 13.3 (kader)
Uitleg
Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

H13.3 Geluidssterkte
Basis: lezen van 9.4 (blz 188)
Kader: lezen van 13.3 (blz 36)

Leg je schrift open zodat ik huiswerk kan controleren
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 13.3
• Je kunt uitleggen wat de amplitude van een trilling is en in welke eenheid deze gemeten wordt.
• Je weet met welk apparaat je de geluidssterkte kunt meten.
• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de gehoordrempel en de pijngrens.
Je kunt rekenen met decibels


Slide 4 - Tekstslide

Geluidssterkte
Wanneer een voorwerp trilt maakt het geluid. Trillen is heen en weer bewegen. De snaren van een gitaar trillen als je ze aanslaat. Hoe harder je de snaar  aanslaat hoe verder de snaar tijdens het trillen van de evenwichtstoestand gaat. De maximale uitwijking is dan groter. De maximale uitwijking noemen we ook wel de amplitude.

Slide 5 - Tekstslide

Amplitude

Slide 6 - Tekstslide

Amplitude
Hoe harder het geluid --- hoe GROTER de amplitude.

Slide 7 - Tekstslide

Harder/zachter

Slide 8 - Tekstslide

Harder/zachter/hoger/lager

Slide 9 - Tekstslide

Geluidssterkte (decibel - dB)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Gehoordrempel
Niet alle frequenties kun je als mens even goed horen. Onze oren zijn niet voor alle frequenties even gevoelig. Dat blijkt wel uit de grafiek hiernaast. In deze grafiek is de gehoordrempel getekend. Dit is de geluidssterkte waarbij je het geluid net begint te horen. 
Uit de grafiek blijkt dat onze oren het meest gevoelig zijn voor de tonen uit het middengebied van je frequentiebereik (spraak). Lage en hoge tonen moeten best hard klinken voordat een mens het kan horen.
De geluidssterkte waarbij een mens 
een geluid begint te horen noemen 
we de gehoordrempel.

Slide 12 - Tekstslide

Geluidssterkte in dB
Een vreemde schaal
Meten in decibel werkt wel een beetje anders dan je gewend bent. Een stofzuiger maakt ongeveer 70 dB geluid. 
Toch maken 2 stofzuigers samen niet hetzelfde geluid als een startend vliegtuig met 140 dB.

Slide 13 - Tekstslide

Geluidssterkte in dB
► Twee stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 73 dB.
 
► Vier stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 76 dB. 

► Acht stofzuigers van elk 70 dB, maken samen 79 dB.

Slide 14 - Tekstslide

Rekenen met dB-schaal
De straalmotoren van een vliegtuig produceren een geluidssterkte van ongeveer 120 dB, een auto ongeveer 60 dB. De straalmotoren maakten 120 dB. Dat is 60 dB meer dan één auto. Dit betekent dat je het geluid van de auto (60 : 3 = ) twintig keer moet verdubbelen. Dat betekent dat de straalmotoren 1.048.576 keer zoveel geluid maken.

Andersom werkt dit natuurlijk ook.
Als het geluid twee keer zo 
zacht wordt, gaat er 3 dB af.

Slide 15 - Tekstslide

Gehoorschade
Tegenwoordig hebben veel jongeren een gehoorbeschadiging. De belangrijkste oorzaken zijn het harde geluid van muziek bij festivals en mp3-spelers.  9. 3% van de jongeren heeft na bezoek van uitgaansgelegenheid last van het gehoor. De meest voorkomende klacht is de zogenoemde discopiep. Dit fluitende geluid in je oren is een teken van je lichaam dat je gehoorschade hebt opgelopen. De discopiep verdwijnt meestal weer na een aantal uur maar de schade blijft. De schade ontstaat aan de gehoorcellen. Deze cellen zijn erg gevoelig en worden bij te harde muziek zo hevig bewogen dat ze breken. Deze schade is blijvend voor de rest van je leven.

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Basis:
Maak opdrachten van paragraaf 9.4 (blz 188)

Kader: 
Maken 13.3 opdrachten 1 t/m 13


Slide 17 - Tekstslide

Check
Wat hebben we vandaag geleerd?

  • Je kunt uitleggen wat de amplitude van een trilling is en in welke eenheid deze gemeten wordt.

  •  Je weet met welk apparaat je de geluidssterkte kunt meten.

  •  Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen de gehoordrempel en de pijngrens.

  • Je kunt rekenen met decibels

Slide 18 - Tekstslide

Waarmee meet je de geluidssterkte?
A
geluidsmeter
B
toonmeter
C
decibelmeter
D
sterktemeter

Slide 19 - Quizvraag

De eenheid voor geluidssterkte is
A
Hertz
B
frequentie
C
decibel
D
centimeter

Slide 20 - Quizvraag

Vanaf welke geluidssterkte kan je al gehoorbeschadiging oplopen?
A
80 DB
B
90DB
C
100DB
D
110DB

Slide 21 - Quizvraag

Welke eenheid hoort bij de grootheid frequentie
A
Decibel
B
Hertz
C
Geluidssterkte
D
km/h

Slide 22 - Quizvraag


Hoe noem je deze grafiek
A
een frequentie grafiek
B
een geluidssterkte grafiek
C
een geluidsniveau grafiek
D
een audiogram

Slide 23 - Quizvraag


In welke afbeelding staat de trilling met de grootste geluidssterkte getekend?
A
Afbeelding A
B
Afbeelding B
C
Afbeelding C
D
Afbeelding D

Slide 24 - Quizvraag

Een gitarist speelt een toon van 55dB. Uit het publiek gaan 3 gitaristen meespelen, dezelfde toon en ze produceren alle 3 55dB.

Wat is de totale geluidssterkte?
A
220 dB
B
61 dB
C
73 dB
D
110 dB

Slide 25 - Quizvraag

16 violisten maken samen muziek. De geluidssterkte is 72 dB. Hoeveel dB maken 2 violisten samen?
A
72 : 16 x 2 = 9 dB
B
72 - 16 + 2 = 58 dB
C
72 - 3 = 69 dB
D
72 - 3 -3 -3 = 63 dB

Slide 26 - Quizvraag

Hoe kleiner de amplitude (geluidssterkte), hoe ..... het geluid
A
Harder
B
Hoger
C
Lager
D
Zachter

Slide 27 - Quizvraag

Amplitude zegt wat over de:
Frequentie zegt wat over de:
Geluidssterkte meten we in: 
Frequentie meten we in:
Hertz
Decibel
Toonhoogte
Geluidssterkte

Slide 28 - Sleepvraag

Als de amplitude van een trilling verandert, dan veranderen ook...
A
de toonhoogte en de geluidssterkte
B
de luchtdruk en de toonhoogte
C
de geluidssterkte en de luchtdruk

Slide 29 - Quizvraag

Doet een toon van 2000 Hertz pijn bij een geluidssterkte van 130dB?
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Doet een toon van 200 Hertz pijn bij een geluidssterkte van 130dB?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Welke apparatuur staat op de foto?
A
microfoon
B
unster
C
geluidssterkte-meter
D
stemvork

Slide 32 - Quizvraag


Welke van de drie tonen heeft de kleinste amplitude?
A
B
C

Slide 33 - Quizvraag

Huiswerk
Basis:
Maak opdrachten van paragraaf 9.4 (blz 188)

Kader: 
Maken 13.3 opdrachten 1 t/m 13


Slide 34 - Tekstslide