H2 Verstand van geld? 2.2 Hans def

Wat gaan we vandaag doen?

  •  
  • Theorie 2.2 Geld voor later
  • Zelfstandig aan het werk
  • Pak je boek blz 56
  • en lap top


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?

  •  
  • Theorie 2.2 Geld voor later
  • Zelfstandig aan het werk
  • Pak je boek blz 56
  • en lap top


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen
Lesdoelen:

Vorige les 2.1  behandeld

  • kun je uitleggen wat chartaal geld is √
  • kun je uitleggen wat giraal geld is √
  • kun je voorbeelden geven van elektronisch betalen √
  • kun je een nieuw saldo berekenen. √

Slide 3 - Tekstslide

2.2 Geld voor later (deel 1)
Lesdoelen:

Aan het einde van de les:


  • kun je uitleggen wat sparen is 
  • kun je de drie redenen noemen waarom mensen sparen
  • kun je uitleggen waarom banken rente geven als je spaart

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

LEERSTOF EEN APPELTJE VOOR DE DORST
BLZ 56

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Geld voor later bewaren heet

Slide 8 - Open vraag

Noem een reden om te sparen

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

GELD VOOR LATER
BLZ 58

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Waarom geeft de bank Rente

Slide 13 - Open vraag

Rente maakt je bedrag bij de bank

Slide 14 - Open vraag

Het rente kan "variëren"
Wat bedoelen we daarmee?

Slide 15 - Open vraag

Blz 58

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

WAT LEVERT SPAREN OP
BLZ 59

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Op de bank staat 750 euro
Je krijgt 1 % rente
na een jaar komt er .... bij

A
75 euro
B
7,50 euro
C
0,75 euro
D
0,075 = 0,08 euro

Slide 21 - Quizvraag

Op de bank staat 750 euro
Je krijgt 0,1 % rente
na een jaar komt er .... bij

A
75 euro
B
7,50 euro
C
0,75 euro
D
0,075 = 0.08 euro

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk 
timer
15:00
Opdracht: 
LEES DE BLAUWE STUKJES
Maak nu zelfstandig opgave 1 t/m 10 op bladzijde 54 t/m 59. Je mag overleggen. 
Schrijf de volledige antwoorden in je boek/schrift, inclusief formule!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot

Je krijgt 15 minuten de tijd
Klaar? Lees de blauwe stukjes nog eens door. 
Na 15 minuten gaan we samen de opgaven bespreken. 
Iedereen moet zelf zijn antwoord kunnen uitleggen.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 1 t/m 9 blz 56 t/m 59
  • 1  Bijvoorbeeld: Ja, ik ben aan het sparen voor een nieuwe spelcomputer. Of: Nee, ik spaar niet, want ik geef bijna alles meteen uit.
  • 2a Als je een deel van je inkomen niet uitgeeft, maar bewaart voor later.
  • 2b 1 Je doet geld in een spaarpot.
  • 2b 2 Je zet geld op een spaarrekening.
  • 2c Bijvoorbeeld: Voor een mountainbike / een nieuwe telefoon / een spelcomputer
  • 3.1 sparen voor de rente
  • 3.2 sparen voor een doel
  • 3.3 sparen uit voorzorg
  • 4.1 sparen uit voorzorg
  • 4.2 sparen voor een doel

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 1 t/m 9 blz 56 t/m 59
  • 4.3 sparen voor de rente
  • 5 sparen met een doel
  • 6a Een vergoeding die je krijgt van de bank voor jouw spaargeld.
  • 6b Door de rente wordt het bedrag op je spaarrekening ieder jaar iets hoger
  • 6c eens per jaar
  • 7.1 onjuist
  • 7.2 juist
  • 7.3 juist
  • 7.4 onjuist
  • 8 D-A-B-C

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 1 t/m 9 blz 56 t/m 59
  • 9a Sparen voor de rente
  • 9b Ook al krijg je (bijna) geen rente, je moet toch zorgen dat je geld achter de hand hebt voor onverwachte uitgaven.
  • 9c Nee, want de rentes kunnen dalen, maar ook weer stijgen.

Slide 27 - Tekstslide

Afsluiting 2.2 deel 1
Lesdoelen:

Nu:

  • kun je uitleggen wat sparen is √
  • kun je de drie redenen noemen waarom mensen sparen √
  • kun je uitleggen waarom banken rente geven als je spaart √

Slide 28 - Tekstslide