Fotosynthese

Organen van planten en de plantencel
Fotosynthese
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Organen van planten en de plantencel
Fotosynthese
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Dit ga je leren

-  Je leert wat fotosynthese is

-  Je leert wat de organen van een plant zijn en welke functie 
   deze hebben

-  Je leert de onderdelen van een plantencel



Slide 3 - Tekstslide

Lezen en opdrachten maken


Handboek lezen: blz. 47 t/m 49

Werkboek maken: opdracht: 15 (bij tijd over)



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De organen van de plant

In de bodem zitten een hoeveelheid voedingsstoffen en water. Met de wortels nemen planten water en voedingsstoffen op. De hoeveelheid voedingsstoffen neemt daardoor af. Met mest kan de hoeveelheid voedingsstoffen worden aangevuld. De wortels kunnen voedingsstoffen als reservestoffen opslaan. Daardoor kan de plant in het voorjaar snel groeien. De stengels vervoeren het water en de voedingsstoffen via vaten naar de bladeren en de bloemen. In de bladeren vindt fotosynthese plaats. 


De wortels, de stengels en de bladeren geven de plant stevigheid. 



Maak een begrippennet: 
Organen plant

Slide 6 - Tekstslide

Organen van de plant



Leer de organen van de plant
Bloem
1
Vrucht
2
Zaad
3
Blad
4
Stengel
5
Wortel
6

Slide 7 - Tekstslide

Fotosynthese 
in de plantencel
In de groene delen van de plant zitten cellen met daarin bladgroenkorrels. 

De bladeren van planten kunnen hun eigen voedsel maken. Dat doen ze door fotosynthese. Ze hebben daarvoor water en licht nodig. Fotosynthese kan alleen plaatsvinden als het licht is en als de bodem voldoende water bevat. De plant maakt in de bladgroenkorrels haar eigen voedingsstoffen waardoor de plant kan groeien. Bij fotosynthese ontstaat zuurstof. Zuurstof is een gas. De bladeren geven dat zuurstof af aan de lucht, dat doen ze met de bladeren (met de huidmondjes die aan de onderkant van het blad zitten).
Een plant neemt koolstofdioxide (een gas) op door het huidmondje. 



huidmondje waardoor koolstofdioxide en zuurstof kunnen worden opgenomen en afgegeven
Teken de plantencel in je schrift.
Zet erbij waar fotosynthese plaatsvindt.

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoel

Je kent de organen van en plant

Je kunt een plantencel tekenen en de onderdelen benoemen

Slide 9 - Tekstslide

Zonder planten geen leven
Fotosynthese is belangrijk voor mensen en dieren want zij kunnen niet hun eigen voedsel maken. Daarnaast hebben deze organismen zuurstof (een gas) nodig om te leven. 

Door de fotosynthese komt er steeds nieuw zuurstof in de lucht. De koolstofdioxide die de mens uitademt, wordt opgenomen door de plant.

Bijna alles wat we eten komt uiteindelijk van planten.  
Als je een stuk vlees eet van de koe, heeft die koe eerst gras gegeten. 
Eet je een ei? De kip heeft eerst maïs gegeten.

Zonder fotosynthese zou er nauwelijks leven mogelijk zijn.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Fotosynthese

Voor fotosynthese is nodig: 

- Koolstofdioxide
- Energie (zonlicht)
- Water 
glucose

Slide 12 - Tekstslide

Fotosynthese

Bladgroenkorrels maken:

- Zuurstof
- Glucose (suiker)
  
  Dit kan als zetmeel worden 
  opgeslagen.

Slide 13 - Tekstslide

Plantencel





Leer de onderdelen
cytoplasma

1
grote vacuole

2
kern

3
Bladgroenkorrel
4
Celwand
5
celmembraan

Slide 14 - Tekstslide

Fotosynthese
Schrijf dit in je schrift!

Slide 15 - Tekstslide

Wat heeft een plant nodig om te leven?

Slide 16 - Open vraag

Waarom hebben mensen planten nodig?

Slide 17 - Open vraag


nr. 1

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 18 - Quizvraag


nr. 2

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 19 - Quizvraag


nr. 3

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 20 - Quizvraag


nr. 4

A
cytoplasma
B
grote vacuole
C
bladgroenkorrel
D
kern

Slide 21 - Quizvraag

Fotosynthese
(met energie wordt zonlicht bedoeld of licht van elektriciteit)
A
koolstofdioxide+water+glucoseenergie+zuurstof
B
koolstofdioxide+glucoseglucose+water+energie
C
energie+koolstofdioxide+waterzuurstof+glucose
D
zuurstof+energie+waterglucose+koostofdioxide

Slide 22 - Quizvraag

De glucose van de plant
(1 of meer antw. goed)
A
Een plant zet teveel aan glucose om in zetmeel, het is reserve voedsel voor de plant
B
Als mensen een voedingsgewas eten met zetmeel, biedt dat de mens energie
C
De plant heeft glucose nodig om koolstofdioxide te maken
D
De plant heeft glucose nodig om zuurstof te maken

Slide 23 - Quizvraag

I: Mensen kunnen hun eigen voedsel maken
II: Planten ademen zuurstof uit
A
Beide waar
B
I: nietwaar II: waar
C
I: waar II: nietwaar
D
Beide nietwaar

Slide 24 - Quizvraag

Door wortels wordt opgenomen
A
koolstofdioxide en water
B
zuurstof en koolstofdioxide
C
water en zuurstof
D
water en mineralen

Slide 25 - Quizvraag

De huidmondjes kunnen

A
zuurstof afgeven en koolstofdioxide opnemen
B
water opnemen
C
mineralen opnemen
D
glucose opnemen en afgeven

Slide 26 - Quizvraag

Praktijk

- Microscopie: Plantencel
of
- Maak opdracht 15

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoel
Je kunt vertellen wat fotosynthese is en wat het voor de plant en mens en dier oplevert.

Je kent 'de formule' van fotosynthese en hierbij 'het verhaal van de fotosynthese' vertellen.

Slide 28 - Tekstslide

Welke onderdelen van de plantencel ken je nu?

Slide 29 - Open vraag

Welke organen van een plant ken je?

Slide 30 - Open vraag

Fotosynthese, welke begrippen horen daarbij?

Slide 31 - Open vraag

Wat vind je nog lastig?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video