Over inkomsten en uitgaven

Inkomsten en uitgaven
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
MAVOSecundair onderwijs

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Inkomsten en uitgaven

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na het einde van deze les kan je:
  • inkomsten en uitgaven van elkaar onderscheiden 
  • uitleggen waarom het belangrijk is om te budgetteren 
  • 2 voorbeelden geven van een vaste uitgave en een dagelijkse uitgave
  • uitleggen wat sparen is
  • 2 voorbeelden geven van hoe je kan besparen op je kosten

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
0:30
Waar geef jij jouw
geld aan uit?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

11

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:05
'Je wil betalen...'
Als je iets moet betalen, 
dan spreken we van een uitgave
Een uitgave is geld dat je UIT geeft. 
Jongeren geven soms geld uit aan kledij, snoep, games, ...

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:23
'Dat er bij komt...'
In dit fragment bedoelt men met 'dat er bij komt... ',
dat er geld op je rekening komt.
Inkomsten of inkomen is het geld dat je verdient of krijgt
Jongeren hebben inkomsten wanneer ze
zakgeld krijgen, een centje krijgen voor verjaardagen, ...

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:59
Wat bedoelen ze met:
'als er meer binnenkomt dan naar buiten gaat, hou je iets over.'
A
Als je inkomsten en uitgaven gelijk zijn, dan kan je sparen.
B
Als je meer uitgaven hebt dan inkomsten, dan kan je sparen.
C
Als je meer inkomsten hebt dan uitgaven, dan kan je sparen.
D
Je hoeft helemaal geen rekening te houden met je inkomsten en uitgaven als je wil sparen.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:59
Antwoord C is CORRECT!
Als je meer inkomsten hebt dan uitgaven, dan kan je sparen.

Want als je meer geld verdient dan dat je uitgeeft, dan heb je geld over. Die centen kan je dus sparen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

01:05

Wat is  budgetteren?

Budgetteren of begroten draait 
om je inkomsten en uitgaven. 

Die stem je op elkaar af,
 zodat er niet meer geld uitgegeven 
wordt dan er binnen komt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

02:24
Welke afbeelding hoort waar? Is het een vaste kost of een dagelijkse (variabele) kost?
Sleep naar de juiste plek.
VASTE KOSTEN
DAGELIJKSE 
KOSTEN
(VARIABEL)

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:26
Wat is sparen en waarom zou je sparen?


Sparen is je geld niet meteen uitgeven, maar aan de kant houden voor later. 

In volgend artikel kan je een aantal goede redenen 
terugvinden waarom je best kan sparen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

04:09
Waarvoor wil jij sparen?

Slide 12 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

05:48
Welke tip wordt er gegeven om op een vaste uitgavepost te besparen.
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

06:43
Wat kan je doen om minder
uit te geven in de supermarkt.

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

07:51
Zet de tips nog even op een rij. Het zijn er 4.
Wat kan je doen om te besparen in de supermarkt?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je besparen op je gezinsbudget?
A
Door minder uit te geven aan boodschappen en energiekosten
B
Door meer uit te geven aan luxe producten
C
Door vaker uit eten te gaan
D
Door minder te werken en meer te genieten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord A is CORRECT!
Door minder uit te geven aan boodschappen en energiekosten

Minder geld uitgeven = meer geld over houden!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het belangrijk om een gezinsbudget te hebben?
A
Om te laten zien hoeveel geld je hebt
B
Om financiële doelen te bereiken en schulden te voorkomen
C
Om te pronken met je uitgaven
D
Om te laten zien hoe zuinig je bent

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord B is CORRECT!
Om financiële doelen te bereiken en schulden te voorkomen.

Als je jouw inkomsten en uitgaven kan bijhouden, heb je een zicht op wat er binnen komt aan inkomsten en wat er buiten gaat aan kosten. Door hier een evenwicht in te houden (en te zorgen dat je minder uitgeeft dan dat er binnen komt, kan je voorkomen dat je schulden maakt.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gezinsbudget?
A
Een lijst van boodschappen voor de hele week
B
Een lijst van cadeau-ideeën voor de feestdagen
C
Een overzicht van inkomsten en uitgaven
D
Een schema van gezinsactiviteiten

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord C is CORRECT!
Een gezinsbudget is een overzicht van inkomsten en uitgaven.

Door je inkomsten en uitgaven goed bij te houden kan je
zicht krijgen op je financiële situatie.  Om dit bij te houden kan je bv. een budgetapp installeren op je smartphone. 



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is volgens jou het nut van budgetteren?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Zin in meer? Kijk eens rond op:







Hier kan je neutrale, betrouwbare en praktische informatie vinden over geldzaken. 
De website bevat ook quizzen en praktische tools, zoals een spaarsimulator, en allerlei handige tips om met je geld om te gaan.


Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed heb je de leerstof onder de knie denk je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Poll
Ik voel mij klaar om een toets te maken :-)

😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Deze slide heeft geen instructies