Gastlessen week van het geld 2018

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijEconomie+2Middelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Dit is de openingsslide van de gastles. 
Vertel wie u bent en wat u voor werk doet. 
Vertel daarna iets over de Week van het geld:
- in 2018 is dat al voor de 8ste keer
- er worden tijdens deze week zo'n 5000 gastlessen gegeven op basisscholen en middelbare scholen
- het thema dit jaar is: Wanneer ben je rijk?
Thema: wanneer ben je rijk?

Slide 2 - Tekstslide

Zoals gezegd: dit is het thema van de Week van het geld. U kunt hier kort bij stil staan en aan de klas vragen wat zij hierop denken. U kunt dit ook overslaan, want in de volgende slide moeten ze antwoord op die vraag geven via hun app.
Wanneer ben je rijk?

Slide 3 - Open vraag

Leerlingen geven via hun mobiele telefoon antwoord op de vraag. 
Als ze klaar zijn met antwoorden kunt u met een klik alle antwoorden laten zien. 
U kunt de antwoorden nalopen en bespreken met de klas. Misschien willen leerlingen een toelichting geven bij hun gegeven antwoord.
Hoe word je rijk?

Slide 4 - Open vraag

Deze vraag gaat specifieker over geld. Hoe kun je ervoor zorgen dat je veel geld krijgt? Laat de leerlingen met hun mobiel het antwoord geven.
Bespreek deze daarna met de klas na en discussieer daarover.
Prijs vergelijken 1

Opdracht

Je wilt een smartphone kopen, zonder abonnement. Daarvoor is het belangrijk dat je vooraf checkt hoe duur telefoons zijn. Welke is duurder of goedkoper? Maar, wat vinden anderen, die zo’n telefoon al hebben gekocht van deze telefoon? Allerlei aspecten om op te letten als je iets koopt. Ga naar www.kieskeurig.nl en zoek op wat de prijzen van een smartphone zijn. Ga op zoek naar een smartphone die jij graag zou willen kopen. Let hierbij ook op speciale kenmerken: aantal inch, opslag etc. En …. Kijk ook naar ‘reviews en de scores hierbij’.  Noteer de prijs, het merk, het type, etc.

Slide 5 - Tekstslide

Geef leerlingen maximaal 5 minuten de tijd om op hun laptop prijzen te vergelijken en een keuze te maken voor een nieuwe smartphone.
Waarom heb je voor de smartphone van jouw keuze gekozen?

Slide 6 - Open vraag

Via de LessonUp-app geven leerlingen aan wat de doorslag gaf om voor de smartphone van hun keuze te kiezen. Dat kan de prijs zijn, maar misschien ook iets heel anders: mooi, merk etc.

Bespreek de gegeven antwoorden. Hoeveel leerlingen gaan voor de goedkoopste telefoon, welke juist voor een telefoon met meer status?

Prijs vergelijken 2

Opdracht

Deze opdracht lijkt op de vorige opdracht met de smartphone. Nu ga je uitzoeken wat de smartphone van jouw keuze kost als je hier ook een 1-jarig of 2-jarig abonnement voor afsluit. Let hierbij op de looptijd/duur van het abonnement, het aantal MB’s etc. Welke eigen bijdrage moet je betalen? Wat is de prijs per maand? En wat betaal je, verspreid over 2 jaar?




Slide 7 - Tekstslide

Geef leerlingen kort de tijd om op hun laptop het verschil tussen een 1-jarig en 2-jarig abonnement op te zoeken.
Wat is goedkoper?
A
Een smartphone met abonnement voor 1 jaar.
B
Een smartphone met abonnement voor 2 jaar.

Slide 8 - Quizvraag

Abonnementen met een looptijd van 2 jaar zijn altijd goedkoper. Vraag de klas waarom dat zo is.
Stelling 1: Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.

Stelling 2: Geld lenen is gevaarlijk omdat je niet weet of je de schuld wel kan terugbetalen.
A
stelling 1 is juist stelling 2 is onjuist
B
stelling 1 en 2 zijn beide onjuist
C
stelling 1 en 2 zijn beide juist
D
stelling 1 is onjuist stelling 2 is juist

Slide 9 - Quizvraag

Jongeren moeten eigenlijk helemaal niet lenen. Lenen is gevaarlijk. Alleen stelling 2 is juist.
Lenen

Opdracht

Jouw favoriete smartphone ga je online kopen via www.otto.nl Je hebt echter jouw geplande bedrag niet compleet. Je wilt daarom op afbetaling gaan kopen oftewel er een jaar over doen om dit bedrag te betalen. Bereken het verschil tussen de prijs van de smartphone en wat het je kost als in 12 termijnen betaalt.

Slide 10 - Tekstslide

Laat leerlingen kort uitzoeken hoeveel kopen op afbetaling extra kost.
Wat is goedkoper?
A
Sparen zodat je de aankoop in 1 keer kunt betalen.
B
Betalen in 12 termijnen.

Slide 11 - Quizvraag

Kopen op afbetaling is altijd duurder, en is eigenlijk een vorm van lenen.
Je smartphone die je op afbetaling hebt gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen. De telefoon is helemaal stuk. Moet je dan de resterende termijnen van je lening doorbetalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Uiteraard moet je altijd het bedrag betalen, dus de lening moet worden doorbetaald.

In de volgende slide gaan we kort in op de nadelen en gevaren van lenen.

Geld lenen kost geld (en geluk)
  • je betaalt rente over de schuld
  • je moet de schuld altijd terugbetalen
  • mensen lenen steeds opnieuw om nog meer spullen te kunnen kopen
  • een schuld maakt ongelukkig
  • soms moeten mensen geholpen worden om uit de schulden te komen


Slide 13 - Tekstslide

Loop de gegeven punten door. Wellicht kunt u aangeven dat er bij de gemeente jongeren en volwassenen geholpen kunnen worden als ze diep in de schulden zitten.
Wie van jullie spaart?
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen want ik krijg alles wat ik wil hebben.

Slide 14 - Quizvraag

Geen van de antwoorden is fout, maar het is interessant om te zien hoe de situatie in de klas is.
Waar zou je voor willen sparen?

Slide 15 - Open vraag

Sommige leerlingen hebben al een duidelijk spaardoel; anderen wellicht nog niet. Laat iedereen nadenken waar zij voor zouden willen sparen. Dat kan een nieuwe iPhone of merkkleding zijn, maar misschien sparen ze wel voor een zeilkamp of andere activiteit tijdens de vakantie. 
Bespreek de gegeven antwoorden met de klas en laat leerlingen eventueel hun antwoord toelichten.
Spaartips
  • open een spaarrekening
  • zet iedere week of maand geld op de spaarrekening
  • veel kleine beetjes maken groot
  • maak een overzicht van inkomsten en uitgaven
  • kun je ergens op besparen?
  • spaargeld maakt gelukkig(er)

Slide 16 - Tekstslide

De spaartips spreken voor zich. Neem ze door, licht ze eventueel toe en geef zo mogelijk voorbeelden uit uw eigen privé-situatie.
Hoe kun je zorgen dat je meer spaart?

Slide 17 - Open vraag

Kern van goede antwoorden is: meer inkomsten, minder uitgeven:
  • klusjes doen; zodra het mag een bijbaantje
  • besparen op onnodige uitgaven
  • (meer) zakgeld vragen
Alleen wanneer je spaart, word je rijk.

Slide 18 - Tekstslide

Dit is de laatste slide, met een boodschap om mee te geven aan leerlingen.