REK-MH2-10 Breuken optellen en aftrekken

• Rekenen
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Breuken optellen

0

1/5 + 3/5 = (gebruik /)

Reken uit en vereenvoudig
2/4 +3/4 = ........ = ....?....
(spatie en / gebruiken bij vereenvoudigen)

1/3 + 4/6 =

De helft van de leerlingen van een school komt met de fiets. Een derde deel komt met de auto. De rest komt met de bus. Welk deel komt met de bus naar school?

1. 1/3
2. 2/4
3. 1/6
4. 1/7

Breuken aftrekken

3/5 - 2/5 = (gebruik een /)

4/5 - ....... = 1/20

Lisa koopt een vest van €12,30. Wat moet Lisa betalen? €...,...

Maken

Basis: maken 2.3 en 3.2

Plus: maken 2.3 en 1.4

REK-MH2-10

breuken optellen

6 + 6 + 6 = 18

8 + 4 + 8 = 20

2 + 6 + 2 = 10

4 + 4 - 2 =6

6 + (2 + 2 + 2 + 1) x 4 = 34

1/5 + 3/5 = (gebruik /)

Reken uit en vereenvoudig
2/4 +3/4 = ........ = ....?....
(spatie en / gebruiken bij vereenvoudigen)

1/3 + 4/6 =

De helft van de leerlingen van een school komt met de fiets. Een derde deel komt met de auto. De rest komt met de bus. Welk deel komt met de bus naar school?

1. 1/3
2. 2/4
3. 1/6
4. 1/7

3/5 - 2/5 = (gebruik een /)

4/5 - ....... = 1/20

Van een chocoladereep met 12 stukjes eet je 2/3 deel op.
Hoeveel stukjes blijven over?

Ik heb een Milkareep gekocht. Deze reep bestaat uit 10 stukken. De reep valt op de grond en 2/5 gaat verloren. Hoeveel heb ik over? Gebruik / en vereenvoudig.
Vul alleen de vereenvoudiging in.

Lisa koopt een vest van €12,30. Wat moet Lisa betalen? €...,...

Maken

Basis: maken 3.2

Plus: maken 1.4

basis: 3.2

7. b 6 stukjes c 6/16 d 4 stukjes e 4/16

8. a 15 snoepjes rood en 18 snoepjes geel b meer

9. koen 8 stukje en pepijn 6 stukjes. samen 14 van de 14/24 = 7/12 b 5/12

10. a 1/2 b 6 + 4 = 10  10 van de 12 = 10/12, 3/4 = 9/12. dus meer dan 3/4

c 2 van de 12 dus 2/12 = 1/6

Plus 4.1

3. a 2/5 b 2/3

4. a 1/2 c 26/33

Plus: 1.4

1. a 6 b 6 van de 8 c 3/4

2. a 2/9 b 2/3 c 3/13 d 1/5

3. a 2/5 b 2/3

4. a 1/2 c 26/33

5. a 6 5/8

6. a 1 2/5 b 9 1/3 c 3 1/13 d 10 5/12

7. a 1 1/7 b 2 5/9 c 5 1/16 d 11 19/30

Maken

Basis: maken 3.2 (11, 14)

dan plus 1.4 (3c en d, 4b en d, 10a)

plus: maken 1.4 (1, 2, 3c en d, 4b en d, 9, 10, 11

Basis 3.2

11. a 4/24 = 1/6 b 20/24 - 2/8 = 20/24 - 6/24 = 14/24 = 7/12 c 14/24 dus 14 stukjes

14. 30 : 3 = 10 stukjes, 30 : 5 x 2 = 12, 30 - 10 - 12 = 8 stukjes over

4. b 5/36 d 7/40
9. a 2 2/3 b 1 11/24
10. a 3/4

Plus:1.4
1. a 6 b 6 van de 8 c 3/4
2. a 2/9 b 2/3 c 3/13 d 1/5
3. c 1/4 d 1/3
4. b 5/36 d 7/40
9. a 2 2/3 b 1 11/24
10. a 3/4 b 3 2/3 c 3/4 d 17/18
11. 1/6, 2 1/3, 1 2/5, 5 1/5, 2 7/10, -

0