Samenvatting Lezen H2

Samenvatting

Lezen H2 - De opbouw van een tekst
  • 2.1 - De indeling van teksten
  • 2.2 - Deelonderwerpen herkennen
  • 2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting

Lezen H2 - De opbouw van een tekst
  • 2.1 - De indeling van teksten
  • 2.2 - Deelonderwerpen herkennen
  • 2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Herhaling theorie Lezen H2
  • Zelfstandig aan de slag

  • Toets lesweek 1 periode 3





Slide 2 - Tekstslide

Lezen 2.1 - De indeling van teksten

  • Titel = onderwerp en/of trekt de aandacht van de lezer.
  • Lead = vetgedrukte tekst onder de titel: korte samenvatting of aandacht trekken. 
  • Inleiding = introductie van het onderwerp (met de deur in huis vallen, belangstelling wekken voor het onderwerp; anekdote of voorbeeld, met een inleiding; toelichting onderwerp.
  • Middenstuk (kern) = verschillende kanten van het onderwerp
  • Slot = laatste beschrijving van een deel van het onderwerp, verwijzing naar voorbeeld of anekdote, samenvatting of conclusie. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Open vraag

Het onderwerp is: 
buurtwacht

Slide 6 - Tekstslide

Lezen 2.2 - Deelonderwerpen herkennen
  • Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen.
  • Het vinden van de deelonderwerpen kan je helpen om de structuur van een tekst te begrijpen. 
  • Soms beslaat een deelonderwerp één alinea, soms enkele alinea's. 

                    
                    Zie blz. 209 voor  de verschillende tekststructuren.
                   


Slide 7 - Tekstslide


Wat zijn deelonderwerpen?

Slide 8 - Open vraag

Het onderwerp van een tekst is 'paarden'.
Wat zou dan een deelonderwerp kunnen zijn?

Slide 9 - Open vraag

Een goede aanpak om de deelonderwerpen snel te vinden:

1. Lees de titel en de inleiding; stel vast wat het onderwerp is.
2. Bekijk de lay-out (=opmaak) van de tekst
     Soms geven witregels de scheiding tussen deelonderwerpen aan.
     Soms staan er tussenkopjes boven de deelonderwerpen.
3. Bij twijfel kan je de eerste en/of laatste zin van een alinea lezen om vast te stellen waar een nieuw deelonderwerp begint. 

Slide 10 - Tekstslide

Lezen 2.3 - Tekstverbanden en signaalwoorden
  • Een tekst die goed is opgebouwd heeft altijd logische verbanden tussen de verschillende zinnen en alinea's. 
  • Signaalwoorden geven dat verband, die relatie, de samenhang tussen de tekstdelen aan. 

 
                 Signaalwoorden helpen je bij het herkennen van de tekstverbanden.
                 Zie blz. 208



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Welke signaalwoorden en tekstverbanden kan je uit deze zinnen halen?


1. Het Rode Kruis zoekt dringend vrijwilligers, om aan de groeiende hulpvraag te kunnen voldoen.

2. Ik lees de krant, zodat ik op de hoogte blijf van al het belangrijke nieuws.

Slide 13 - Tekstslide

Welke signaalwoorden en tekstverbanden kan je uit deze zinnen halen?


1. Het Rode Kruis zoekt dringend vrijwilligers, om aan de groeiende hulpvraag te kunnen voldoen.

2. Ik lees de krant, zodat ik op de hoogte blijf van al het belangrijke nieuws.

verband= doel-middel
verband= oorzaak-gevolg

Slide 14 - Tekstslide

                              Welke signaalwoorden missen er in deze zinnen?


1. Die gewichtstoename zou komen die vrouwen voor zichzelf net zoveel eten opscheppen als voor hun mannelijke partner. 

2. Die portie is natuurlijk veel te groot, vrouwen minder calorieën nodig hebben. 

Slide 15 - Tekstslide

                            Welke signaalwoorden missen er in deze zinnen?


1. Die gewichtstoename zou komen doordat die vrouwen voor zichzelf net zoveel eten opscheppen als voor hun mannelijke partner.

2. Die portie is natuurlijk veel te groot, omdat vrouwen minder calorieën nodig hebben. 

verband= oorzaak-gevolg
verband= reden/argument

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn de 
signaalwoorden in de 
tekst?

Slide 17 - Tekstslide

Het signaalwoord 'echter' geeft een tegenstelling aan. 
Het signaalwoord 'om...te' geeft het verband doel-middel aan.
Het signaalwoord 'zodat' geeft ook een doel-middel aan. 
Het signaalwoord 'Zo' geeft een voorbeeld aan. 

Slide 18 - Tekstslide

opsomming
reden
conclusie
doel - middel
vervolgens
    zodat
al met al
  bovendien
aangezien
  dus
   want
door middel van 

Slide 19 - Sleepvraag

Zelfstandig aan de slag

  • Leer de theorie van 2.1, 2.2 en 2.3
  • Leer blz. 208 en 209
  • Maak de oefentoets 
  • Maak eventueel de extra opdrachten



Slide 20 - Tekstslide