Woorden

Woorden

Groen les 5

Type hier een titel

Brutaal

Onbeleefd of iets zeggen zonder respect.

Voorbeeldzin: De ruziemaker was brutaal tegen Lisa.

Type hier een titel

Pas

Nog niet zolang geleden

Voorbeeldzin: Lisa kwam pas net op school aan.

Type hier een titel

De ruziemaker

Iemand die vaak ruzie zoekt.

Voorbeeldzin: De ruziemaker schold haar uit.

Type hier een titel

Verschillend

Niet hetzelfde, anders.

Voorbeeldzin: Iedereen is verschillend, en dat is oké.

Type hier een titel

Vervelend

Niet leuk of lastig.

Voorbeeldzin: Ze vond het vervelend dat ze te laat

Type hier een titel

Vervolgens

Na iets anders

Voorbeeldzin: Vervolgens leerde ze dat iedereen verschillend .

Type hier een titel

Uitschelden

Slechte woorden tegen iemand zeggen.

Voorbeeldzin: De pester schold haar uit.

Type hier een titel

Vergeten

Iets niet meer weten

Voorbeeldzin: Ik ben mijn huiswerk vergeten.

Flauw

Uitleg: Niet leuk of kinderachtig.

Voorbeeldzin: De jongen maakte een flauwe grap over Sara’s bril.

Daarna

Uitleg: Na dat moment.

Voorbeeldzin: Daarna ging de juf met de kinderen praten.

Eenvoudig

Uitleg: Makkelijk, niet moeilijk.

Voorbeeldzin: De juf bedacht een eenvoudige manier om elkaar beter te begrijpen.

Gillen

Uitleg: Heel hard schreeuwen of roepen.

Voorbeeldzin: Plotseling begon de jongen te gillen.

De grap

Uitleg: Iets zeggen of doen om mensen te laten lachen.

Voorbeeldzin: Hij zei dat het maar een grap was.

Plotseling

Uitleg: Heel snel en onverwacht.

Voorbeeldzin: Plotseling begon de jongen te gillen.

De pester

Uitleg: Iemand die anderen expres pijn doet of ruzie maakt

Voorbeeldzin: De vriendin sprak de pester aan.