Les 3.2 Leestekens (a)

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Toen ik om zeven uur in de ochtend aankwam was er nog niemand aanwezig dus ik ben maar het magazijn gaan aanvegen toen kwam mijn stagebegeleider hij zei wat ben jij vroeg zou je alvast de planning willen bekijken dat ben ik toen gaan doen.

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Komma voor of na aanhalingsteken
Als de komma niet in het citaat voorkomt, dan komma na aanhalingsteken.
- ‘Ik vrees’, zei Rob, ‘dat de brug zal instorten.’

Als de komma deel uitmaakt van het citaat, staat de komma binnen het aanhalingsteken.

- ‘Zeg Rob,’ vroeg Jolanda, ‘denk jij dat de brug zal instorten?’

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Maak van Taalverzorging 3.2 (1/tm 6)
Zet de antwoorden in het boekje of in Class Notebook

Slide 11 - Tekstslide