Non-defining relative clauses geven extra, niet-essentiële informatie. Deze informatie kan worden weggelaten zonder dat de kernbetekenis van de zin verandert.
1. My brother, who lives in New York, is a doctor. De bijzin "who lives in New York" geeft extra informatie over de broer, maar is niet essentieel om te begrijpen dat hij een dokter is. De zin "My brother is a doctor" is al duidelijk.
2. The house, which we bought last year, needs some repairs. De bijzin "which we bought last year" geeft extra informatie over het huis, maar is niet essentieel om te begrijpen dat het huis reparaties nodig heeft. De zin "The house needs some repairs" is al duidelijk.
4. Mr. Smith, whom I met yesterday, is a famous artist. De bijzin "whom I met yesterday" geeft extra informatie over Mr. Smith, maar is niet essentieel om te begrijpen dat hij een beroemde kunstenaar is. De zin "Mr. Smith is a famous artist" is al duidelijk.
5. The book, which you recommended, was fantastic. De bijzin "which you recommended" geeft extra informatie over het boek, maar is niet essentieel om te begrijpen dat het boek fantastisch was. De zin "The book was fantastic" is al duidelijk.
6. My friend, who I met in high school, is visiting me next week. De bijzin "who I met in high school" geeft extra informatie over de vriend, maar is niet essentieel om te begrijpen dat de vriend volgende week op bezoek komt. De zin "My friend is visiting me next week" is al duidelijk.
7. Lily, whose brother is my classmate, won the competition. De bijzin "whose brother is my classmate" geeft extra informatie over Sarah, maar is niet essentieel om te begrijpen dat Sarah de wedstrijd heeft gewonnen. De zin "Sarah won the competition" is al duidelijk.