herhaling methodes

verpleegkundig handelen.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

verpleegkundig handelen.

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud van de les


Herhalen van het inzetten van verschillende instrumenten voor het opstellen van een verpleegplan. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta jij onder een verpleegplan?

Slide 3 - Woordweb

Welke instrumenten kan je gebruiken bij het opstellen van een verpleegplan?

Slide 4 - Woordweb

Verpleegkundig proces
  1. Verzamelen van gegevens
  2. vaststellen van verpleegkundige diagnose
  3. opstellen van een verpleegdoel
  4. plannen/uitvoeren van verpleegkundige zorg (interventies)
  5. evalueren van verpleegkundige zorg

Slide 5 - Tekstslide

Casus dhr. Bos
  • Casus, dhr Bos
  • 60 jarige man, met T1DM sinds 50 jr, neuropathie sinds 10 jr
  • Insulinepomp therapie 
  • HbA1c 54
  • Reguliere poliklinische controle
  • Hij is wat recalcitrant, lastig gesprek, zo ken je hem helemaal niet

Slide 6 - Tekstslide

Welke instrumenten kan je gebruiken in deze fase van het patient contact?

Slide 7 - Woordweb

6 stappen van Klinisch redeneren

  1. Oriëntatie op de situatie/klinisch beeld: benoemen en beargumenteren.
  2. Klinische probleemstellingen: beredeneren kernproblemen op: somatisch, psychosociaal en ADL-gebied.
  3. Aanvullend klinisch onderzoek: meedenken met de arts.
  4. Klinisch beleid: beredeneren aanpak voor kernproblemen.
  5. Klinisch verloop: beredeneren verloop van en beleid voor de ziekte.
  6. Nabeschouwing: beschouwen van de gehele zorgsituatie, eigen aandeel en leermomenten.

Slide 8 - Tekstslide

Casus vervolg...
Na enige overreding lukt het om de glucose gemeten te
krijgen, deze blijkt 1.6
• Patiënt voelt toch wat klam, maar heeft verder geen
klachten

Slide 9 - Tekstslide

Formuleer een probleem volgens de PES
Probleem: Wat is het probleem volgens jouw verpleegkundige observatie? Wat voor klachten heeft de patiënt? Wat voor beperkingen leveren die klachten voor de patiënt op?
Etiologie: Welke oorzaken van het probleem neem je waar?
Welke samenhangende factoren zijn van invloed?
Symptomen: Welke symptomen neem je waar? Hoe reageert de patiënt op de problematiek?

Slide 10 - Tekstslide

PES probleem

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Zou er een situatie kunnen ontstaan waarin je de ABCDE methode gebruikt? Leg uit!

Slide 13 - Woordweb

Casus vervolg...
  • Dhr. wordt behandeld volgens het hypo protocol met 6
dextro en langwerkende koolhydraten
  • Na een halfuurtje is dhr nog vermoeid, maar goed aanspreekbaar. 
  • Hij vertelt dat hij al langere tijd een gezwollen voet heeft en dat hij zijn schoen amper past. Er is geen sprake van koorts, en echt pijnlijk is het ook niet.

Slide 14 - Tekstslide

Welke aanvullende onderzoeken zou jij willen doen?

Klinisch redeneren fases.

Slide 15 - Tekstslide

Charcot voet
• Vrij zeldzame complicatie van diabetische neuropathie
• Een door neuropathie gevoelloos
geworden voet loopt door voortdurende belasting
talloze (micro)traumata op, wat leidt tot destructie
• Het klinische beeld is een rode, warme, gezwollen voet,
die meestal niet pijnlijk is.

Slide 16 - Tekstslide

Charcot voet

Slide 17 - Tekstslide

SBAR
Situation (situatie): dit gaat over...
Background (achtergrond): Achtergrond
Assesment (beoordeling): Ik denk dat dit het probleem is
Reccommendation (aanbeveling): Ik denk dat je...

Slide 18 - Tekstslide

Schrijf een een rapportage/overdracht volgens SBAR.

Slide 19 - Open vraag

En de EWS? Wanneer gebruik je die?
Heb je daar ervaring mee?

Slide 20 - Woordweb

Doel adhv RUMBA
R= relevant. Het doel moet relevant, actueel en ter zake doend zijn voor de persoon die het doel moet gaan bereiken.

U= understandable (begrijpelijk) Het doel moet goed te begrijpen zijn voor alle betrokkenen. Het doel moet in begrijpelijke taal beschreven staan.

M= measurable (meetbaar) Het doel moet meetbaar zijn. Hoelang wil je erover doen? 

B= behavioral (gedrag).Een doel moet concreet waarneembaar zijn oftewel, het te bereiken doel moet goed te zien zijn.

Slide 21 - Tekstslide

Tot slot: Maak een mooi doel voor de zorgvrager mbv de RUMBA

Slide 22 - Open vraag

Volgende les:

Slide 23 - Tekstslide