2022-04-14 Word order - irregular verbs

Welcome everyone!
Please take a piece of paper!
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Engels grammar word orderMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welcome everyone!
Please take a piece of paper!

Slide 1 - Tekstslide

Goals for today
  • Ik kan iets tekenen volgens Engelse aanwijzingen. 
  • Ik ken de zinsvolgorde in het Engels.
  • Ik weet wat onregelmatige werkwoorden zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Let's start with a drawing!
Listen and draw!

Slide 3 - Tekstslide

My drawing looks like a:
A
Bear
B
Mouse
C
Cat
D
Frog

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Word order
Hoe ziet een Engelse zin er ook alweer uit?

Slide 6 - Tekstslide

1
2
3
4
5
wanneer?
waar
wat
doet
Wie

Slide 7 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
on Sunday.
in the library
books
read
I

Slide 8 - Sleepvraag

1
2
3
4
in the weekend.
my grandparents
visit
We

Slide 9 - Sleepvraag

1
2
3
4
5
every day.
at school
our friends
see
We

Slide 10 - Sleepvraag

1
2
3
4
the whole week.
in an office
works
My dad

Slide 11 - Sleepvraag

1
2
3
4
each Wednesday.
to the gym
go
I

Slide 12 - Sleepvraag

Onregelmatige werkwoorden
Wat zijn dat? 
  • I walk to school.
  • I walked to school. = past simple 
  • I have walked to school. = present perfect

  • He buys a car. 
  • He bought a car. = past simple
  • He has bought a car = present perfect

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is de past simple (verleden tijd)
van: go


A
goed
B
went
C
gone
D
gang

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de past simple (verleden tijd)
van: know


A
knowed
B
known
C
knew
D
knowwed

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de past simple (verleden tijd)
van: choose


A
chose
B
choosed
C
choose
D
chose

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de present perfect (= have/has + voltooid deelwoord)
van: bring


A
have bringed
B
have brang
C
have brung
D
have brought

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de present perfect (= have/has + voltooid deelwoord)
van: read


A
have readed
B
have red
C
have read
D
have readied

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de present perfect (= have/has + voltooid deelwoord)
leave

A
have leaved
B
have left
C
have leed
D
have leafed

Slide 20 - Quizvraag

TASK FOR NOW
File 4: Comics
Task 6 - 15

Slide 21 - Tekstslide