Handel binnen Europa, naar Indië en samenwerken in handelscompagnieën.
Geschiedenis klas 2
Hoe is de les verlopen.
Is het leerdoel behaald?
Zorg dat je paragraaf 1.2 hebt gelezen t/m 'Samenwerken' en de opdrachten 1 t/m 6 van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.11-13).
Je gaat aan de slag met de opdrachten 1 t/m 6 van paragraaf 1.2 in je werkboek.
Slide 1 - Tekstslide
De Gouden Eeuw
1.2. De Republiek als handelsland
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel
Deze les leer je hoe de Republiek rijk werd door handel.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Handel
Nederlandse bodem niet geschikt voor het verbouwen van graan, wel veeteelt.
Graan werd goedkoop uit Noord-Europa gehaald.
Slide 5 - Tekstslide
Handel
Handelen kochten méér graan dan nodig en daarnaast ook hout en leer.
Dat verkochten ze weer door in landen in Zuid-Europa. Terug naar Nederland namen ze gelijk goedkoop wijn en olie mee.
Slide 6 - Tekstslide
Handel
Zo was Nederland ook al vóór de 17de eeuw een echt handelsland!
Slide 7 - Tekstslide
Specerijen
In de 17de eeuw waren specerijen uit verre landen, bijvoorbeeld Indië, erg gewild:
- Met specerijen kan je eten lekkerder maken.
- Mensen gebruikten specerijen in die tijd veel als medicijnen.
Slide 8 - Tekstslide
Handelsverenigingen
Het duurde in die tijd ongeveer een jaar om naar Indië te varen. Daarnaast kostte zo'n reis heel veel geld. Een kapitein moest een groot schip hebben, een bemanning, voedsel voor onderweg en nog veel meer.
Kortom: het was voor één handelaar lastig om specerijen naar Nederland te vervoeren.
Slide 9 - Tekstslide
Handelsverenigingen
Oplossing: handelaren gingen samenwerken in handelsverenigingen. Deze noemen we ook wel handelscompagnieën. De handelaren verdeelden de winst, maar als er iets mis ging ook het verlies.
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag
Je gaat aan de slag met de opdrachten 1 t/m 6 in je werkboek van paragraaf 1.2.
Slide 11 - Tekstslide
De VOC
Het bestaan van de compagnieën zorgde voor een volgend probleem: ze gingen elkaar bestrijden.
Daarom besloten de bestuurders van de Republiek dat alle kleine compagnieën moesten samenwerken in één grote compagnie: de Verenigde Oost-Indische Compagnie. De VOC handelde met name in Azië.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
De WIC
Later werd ook de WIC opgericht: de West-Indische Compagnie. Die handelde voornamelijk in spullen uit Amerika, zoals cacao, tabak en suiker. Daarnaast was het de WIC die ook handelde in Afrikaanse slaven.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Aan de slag
Je gaat aan de slag met de opdrachten 2, 3, 6, 7, 9, 10 en 12.
Slide 16 - Tekstslide
Huiswerk
Zorg dat je paragraaf 1.2 hebt gelezen in je tekstboek gelezen hebt in je tekstboek (p.10-11)
en
dat je opdracht 7 t/m 12 maakt van paragraaf 1.1 in je werkboek (p.13-15).