Words unit 1 to 3

(to) wear
A
dragen
B
slim
C
breien
D
overleven
1 / 23
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

(to) wear
A
dragen
B
slim
C
breien
D
overleven

Slide 1 - Quizvraag

(to) wear
A
dragen
B
slim
C
breien
D
overleven

Slide 2 - Quizvraag

(to) put
A
zaten
B
zetten
C
pot
D
put

Slide 3 - Quizvraag

uncomfortable
A
ongemakkelijk
B
moeilijk
C
geamkkelijk
D
comfortabel

Slide 4 - Quizvraag

watch
A
rekenmachine
B
cijfer
C
bouwen
D
horloge

Slide 5 - Quizvraag

designer
A
signaal
B
ontwerper
C
signeren
D
voet

Slide 6 - Quizvraag

I wanted to ask you some questions
A
ik wilde u een paar vragen stellen
B
kan ik je een vraag stellen?
C
ik wil jou een vraag stellen
D
vragen stellen is moeilijk

Slide 7 - Quizvraag


A

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: dat is geweldig, opa!

Slide 9 - Open vraag

Vertaal: Dit roept veel herinneringen op

Slide 10 - Open vraag

explorer
A
ontdekkingsreiziger
B
ontdekken
C
vertalen
D
zoeken

Slide 11 - Quizvraag

(to) heat
A
warm
B
hitte
C
verhitten
D
slaan

Slide 12 - Quizvraag

(to)lend
A
lenig
B
uitlenen
C
lening
D
buigen

Slide 13 - Quizvraag

career
A
kapot
B
auto
C
achterkant
D
carrière

Slide 14 - Quizvraag


A

Slide 15 - Quizvraag

vertaal: Je leert ook solderen

Slide 16 - Open vraag

vertaal: have you ever knitted anything?

Slide 17 - Open vraag

jumpy
A
schrikachtig
B
eng
C
springerig
D
springen

Slide 18 - Quizvraag

divorced
A
scheiden
B
scheiding
C
gescheiden
D
voorstellen

Slide 19 - Quizvraag

reliable
A
vertrouwen
B
betrouwbaar
C
relatie
D
onbetrouwbaar

Slide 20 - Quizvraag

rude
A
rudder
B
beleefd
C
onbeleefd
D
lollig

Slide 21 - Quizvraag

vertaal: I hardly know her

Slide 22 - Open vraag

vertaal: Als je dat wilt, kan ik ook vroeger komen

Slide 23 - Open vraag