Powercollege 4_Democratie & Dictatuur

Democratie & Dictatuur
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Democratie & Dictatuur

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • De begrippen democratie en dictatuur in eigen woorden uitleggen.
  • Aan de hand van voorbeelden uitleggen waarom Nederland een democratie is.
  • Aan de hand van voorbeelden uitleggen waarom Noord Korea een dictatuur is.
  • Aan de hand van de kenmerken van een democratie en dictatuur uitleggen of landen als bestuursvorm een democratie hebben of een dictatuur.
  • Je kent 3 verschillende kiesstelsels en je kunt de nadelen benoemen van deze kiesstelsels

Slide 2 - Tekstslide

Democratie
Democratie: Een land waar de bevolking zelf de mensen kiest die de macht krijgen.


Slide 3 - Tekstslide

Dictatuur
In een dictatuur heb je niet zo veel vrijheid als in een democratie. 

Dictatuur: een land waar maar één man of een kleine groep mensen de macht heeft. Bijv. Noord Korea of China.
  • De leider bepaald wat er in de krant of op tv komt.
  • Internet wordt gecontroleerd
  • Je hebt weinig vrijheid en je mag niet zomaar zeggen wat je denkt.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Noem 2 landen die heel erg democratisch zijn.

Slide 6 - Open vraag

Noem 2 landen die heel erg in een dictatuur leven.

Slide 7 - Open vraag

Welk begrip/afbeelding hoort bij democratie en welke bij dictatuur?
Democratie
Dictatuur
Leger heeft de macht.
Zelf kiezen welk geloof je hebt.

Slide 8 - Sleepvraag

Tweede kamer
  • In Nederland bepaalt de tweede kamer welke wetten in Nederland komen en welke er niet komen, door op wetten te stemmen.
  • Er zitten 150 mensen (dit noemen we zetels) in de tweede kamer
  • Als de meerderheid van de tweede kamer tegen een wet is komt die wet er niet. 
  • Ook mogen deze mensen zelf wetten indienen bij de tweede kamer. 
  • Om te bepalen wie er in de tweede kamer komt wordt er gestemd op partijen Door de bevolking van Nederland
  • Maar hoeveel plekken/zetels een partij krijgt hangt van het kiesstelsel af. 

Slide 9 - Tekstslide

Kiesstelsels

  • Evenredige vertegenwoordiging 

  • Meerderheidsstelsel 

  • Districtenstelsel



Slide 10 - Tekstslide

Evenredige vertegenwoordiging
  • Iedere volwassene mag stemmen op een partij.
  • De zetels worden verdeeld aan de hand van alle stemmen die zijn uitgebracht. 
  •  Als 30% van de mensen op de VVD stemt dan krijgt de VVD 30% van de zetels .
  • Nadelen van dit systeem:
  • Veel mensen hebben het gevoel niet dat de politiek een ver van mijn bed show is. 
  • Je kunt een versnipperde tweede kamer krijgen, waarin veel kleine partijen zitten die het vormen van een regering lastig maakt.

Slide 11 - Tekstslide

Districtenstelsel
  • Iedere volwassene mag stemmen op een persoon van een partij. 
  • Elke gemeente levert 1 of meerdere personen aan de tweede kamer
  • De persoon die de meeste stemmen krijgt, krijgt een zetel in de tweede kamer
  • Een nadeel van dit systeem:
  • De hoeveelheid zetels die een partij krijgt komt meestal totaal niet overeen met de hoeveelheid stemmen die zijn uitgebracht. 
  • Het is lastig voor nieuwe partijen om te beginnen.

Slide 12 - Tekstslide

Meerderheidsstelsel
  • Iedere volwassene mag stemmen op een partij.
  • Elke gemeente heeft een bepaald aantal zetels.
  • De partij die de meeste stemmen alle zetels van die gemeente.
  • De VS heeft dit kiessysteem gedeeltelijk.
  • Nadeel van dit systeem:
  • De hoeveelheid zetels die een partij krijgt komt meestal totaal niet overeen met de hoeveelheid stemmen die zijn uitgebracht. Als we dit systeem in Nederland hadden gehad dan had de VVD nu meer dan de helft van alle zetels gehad, terwijl geen 30% van alle mensen in Nederland op de VVD hadden gestemd. 
  • Het is lastig voor nieuwe partijen om te beginnen & meestal zijn er maar 2 partijen waar je op kunt stemmen.

Slide 13 - Tekstslide